Afgelopen weekend las ik in Trouw een heel interessant artikel van
Antoine Bodar. Heb het wel drie keer gelezen omdat het me op vele fronten raakte en aan het denken zette.
Bodar stelt dat de mensen tegenwoordig zo op zichzelf gericht zijn en geeft als voorbeeld de populariteit van Henri Nouwens boeken, die ook zo met zichzelf in de weer was. Heel herkenbaar voor velen, ook voor mij.
"In de huidige ervaringswereld is menigeen meer dan ooit ervan overtuigd dat hij zelf goddelijk is." ... "Dit stemt hem tot dikke tevredenheid." Deze overtuiging verwijdert de mens van God, stelt Bodar. "Hij [de mens] ontwaart God in zichzelf, in de ogen van de medemens, mogelijk ook in de natuur en in de kunst, maar kent hij nog de Heer als de volledig Andere, Die boven ons is," ... "voor wie wij in ontzag huiveren - niet omdat Hij streng en oordelend of veroordelend zou zijn, maar omdat hij huiveringwekkend is in Zijn, ons overrompelende eigenheid, verte en grootheid."
Kortom, de zin voor het Heilige wordt ontbeerd.
Wij zijn vergeten dat het sacrale tegenover het profane staat. "Vermenging van beide profaniseert het sacrale en doet het ten ondergaan," schrijft Bodar. "Het Godshuis echter is geen mensenhuis. Het is een sacrale ruimte, geen profane. En liturgie moge een ritueel zijn, maar elk ritueel is nog geen liturgie. Sacrale rituelen zijn andere dan profane rituelen. De scheiding tussen beide dient terug te keren. Alleen zo kan het sacrale het profane weer echt bevruchten."
Daarnaast pleit Bodar voor herwaardering van het "dagelijks herhalen van rituelen in praktijken binnen de eigen wereld." ... "Elke christelijke spiritualiteit is ten minste Bijbels en elk bidden vangt eerst recht aan in stilte. Niet het schietgebed, dat velen bezigen, maar wel meditatie die kan voeren tot comtemplatie." Wat dit onderwerp betreft citeert hij Nouwen, die het zo mooi zegt: "Het woord van God voert ons de stilte binnen en de stilte maakt ons aandachtig voor Gods woord. Het woord wordt in de stilte geboren en stilte is de diepste weerklank van het woord."
Dit artikel zet alles weer eens op scherp. Het is goed om inspirerende avonden te organiseren op het gebied van geloof en samenleven. Heel goed zelfs. Maar daarnaast, en dat ben ik met Bodar eens, is het nodig ruimte te scheppen voor het Heilige.
Ik ben zelf ook iemand die "zijn eigen lantaarnopsteker" is geworden, maar toch ga ik graag regelmatig naar de kerk, waar ik word opgenomen in het Heilige en me even klein voel. Niet minder waardig, maar gewoon klein. In het niets vallen tegenover al die grootsheid en oneindigheid van Die Ene. Ik neem deel aan de sacrale rituelen en weet weer wat me te doen staat. Bodar formuleert het als volgt:
"God beminnen is het eerste gebod. Geven we ons daarvan voldoende rekenschap?"