vrijdag 25 februari 2011

Buigen of barsten

Wat ben ik toch goed in het quoten van anderen en dat dan weer fijn achter elkaar plaatsen tot een inspirerend geheel. Zolang ik er ook  iedere keer netjes bij vertel waar deze wijsheden vandaan komen is daar ook weinig mis mee. Net zo interessant, misschien nog wel interessanter is de weerbarstige werkelijkheid van alledag.
Vanochtend werd ik vroeg wakker en realiseerde me al snel dat we de kinderen beloofd hadden vandaag 'iets leuks' te gaan doen. De kinderen doen in zo'n geval het liefst 'kop of munt'. Kop is "De Efteling" en munt "een binnenspeeltuin". Bij beide opties sta ik niet bepaald te juichen van enthousiasme.
De Efteling had ik meteen al afgekapt, dus die hoop was snel vervlogen. Zo niet hun hoop op een uitje naar een binnenspeeltuin. Ik bracht het probleem vanochtend vroeg ter sprake en manlief gaf eigenlijk meteen al aan het geen probleem te vinden met de kinderen naar zo'n fabriekshal vol herrie te gaan. Nee, ik hoefde helemaal niet mee.
Natuurlijk speelt mee dat hij niet zo'n openliggend zenuwstelsel heeft als ik, maar daarnaast heb ik ook het idee dat hij zijn tijdsbesteding anders benadert. Gisteren bracht een vriendin het ter sprake. Zij maakte me er op attent dat wij zo duidelijk een onderscheid maken tussen tijd die nodig is voor de dingen die moeten en tijd voor onszelf. "Hehe, tijd om te mediteren en m'n blogje te schrijven." Daarna moeten de boodschappen en wat al niet meer.
Ik verbaasde me er vanochtend over dat hij geen plannen of ideeën had voor deze vrije dag. Ik vraag hem op zaterdagen wel vaker wat hij voor zichzelf wil, maar daar komt vrijwel nooit iets uit. Hij neemt de dingen zoals ze komen en beweegt mee. Nu is het tijd voor een kop koffie. Nu speel ik met de lego. Oja, de boodschappen. Wat gaan we eten? Zoiets.
Is dat beter? Daar lijkt het op, maar dan realiseer ik me gelukkig dat al dat afwegen niet hoeft. Iedereen heeft andere behoeften en kwaliteiten. Ik heb behoefte aan het herstellen en voeden van de verbinding met mezelf en dat lukt me (nog) alleen vanuit rust. Het is nodig dat ik me daarvan bewust ben, want dan kan ik tijd vrijhouden voor meditatie en contemplatie. Doe ik dat niet, dan sta ik zo weer continu in de 'onbewuste stand'. Ik zorg tegenwoordig goed voor mezelf.
Aan de andere kant neemt dat niet weg dat ik ook wel zie dat er hier voor mij iets te leren valt. Wat minder verzet, wat meer meebewegen met wat is.
Ik sluit af met de pittige slotstrofe uit vers 76 van de Tao Te Ching:

De harden en stijven zullen worden gebroken;
de zachten en soepelen zullen zegevieren.

donderdag 24 februari 2011

Etty

Vanochtend vond ik vrijwel meteen het stukje tekst van Etty Hillesum waar Bieke aan refereert in de documentaire.
Op blz. 39 van Het verstoorde leven staat:
'Ik geloof, dat ik niet eenvoudig genoeg leef, innerlijk. ... Ik moet echt een beetje eenvoudiger worden. Me iets meer laten leven. Niet nu al resultaten willen zien van mijn leven. M'n remedie weet ik nu. Ik moet maar ineenhurken in een hoekje op de grond en zo in elkaar gedoken luisteren naar wat er binnen in me is. Met denken kom ik er toch nooit uit. Denken is een mooie en trotse bezigheid in je studie, maar uit moeilijke gemoedsgesteldheden kun je je nooit 'heraus' denken. Dan moet er iets anders gebeuren. Dan moet je je passief maken en luisteren. Weer contact vinden met een klein stukje eeuwigheid.'
Een stukje verderop zegt ze:
'Enerzijds stel ik geloof ik hele hoge eisen aan mezelf en in werkelijk geïnspireerde momenten acht ik me tot heel wat in staat, maar inspiratie duurt niet eeuwig en in de meer alledaagse momenten krijg ik dan een plotselinge angst dat ik nooit iets zal kunnen verwezenlijken, van wat ik in de 'gesteigerte' momenten in me voel. Maar waarom moet ik iets verwezenlijken? Ik moet gewoon maar 'zijn' en leven en een beetje mens proberen te zijn.'
Ja. Dan herken ik allemaal maar al te goed. Hoe moeilijk ik het vind om bij die stap te blijven die ik op dit moment zet. Ik ben zo snel alweer lijntjes uit aan het zetten naar de toekomst... wat dat onrustige gevoel oplevert, dat verzet tegen wat er op dit moment is in mijn leven. En dan kom ik weer terug op wat ik gisteren schreef; dat ik me, als ik die gevoelens in mezelf gewaar word, op zo'n moment het liefst terugtrek op mijn eigen kamer of in een meditatie. Dat komt wellicht overeen met Etty's hineinhorchen. Het enige wat dan helpt is stil worden, de zintuigen wakker maken en blijven bij wat er is. Ik herinner mezelf eraan dat alles erbij hoort, alles er mag zijn, er is en weer voorbij gaat. Als in een droom.
Dank je wel, Etty, voor je eerlijke en inspirerende dagboeken. Ook jij hebt, net als Bieke, voor die muur zonder doorgang gestaan en bent er niet voor weggelopen. Ook jij zag iets van een weg verschijnen en liep onverschrokken verder op je pad: 'Er zijn mensen, die hun lichamen in veiligheid willen brengen, die alleen nog maar behuizingen zijn voor duizend angsten en verbitteringen. En ze zeggen: Mij zullen ze niet in hun klauwen krijgen. En ze vergeten, dat men in niemands klauwen is, als men in jouw armen is. Ik begin alweer wat rustiger te worden mijn God, door dit gesprek met jou.'

Het verstoorde leven
- dagboek van Etty Hillesum -
uitgeverij Balans
ISBN 90-5018-001-9

dinsdag 22 februari 2011

Kamer met uitzicht

En toen las ik verder in Dit is het begin en stuitte op een verontrustend stukje dat me de hele verdere dag en avond bezig gehouden heeft:
"Het ego is als een kamer voor jezelf, een kamer met uitzicht, met de temperatuur, de geur en de muziek waar jij van houdt. Jij wilt je zin hebben. Jij wilt gewoon een beetje rust, een beetje geluk. Dat is wat jij wilt, gewoon: "Laat mij nou effe!"
Maar hoe meer je in die richting denkt, hoe meer je erop uit bent het leven zo te laten lopen dat het jou altijd van pas komt, hoe banger je wordt voor andere mensen en voor wat er zich buiten jouw kamer afspeelt." (blz. 62)
Zo. Daar kan ik het mee doen.
Het mooie is dat ik dit fragment las nadat ik een prachtige documentaire zag uit 2007 over Bieke Vandekerckhove, een Belgische vrouw waarbij op 19-jarige leeftijd ALS geconstateerd werd. Zij heeft de smaak van de stilte leren kennen en het lijkt erop dat het haar ziekte tot een halt heeft geroepen. Ook haar meditatieleraar, Ton Lathouwers, komt aan het woord en hij eindigt de documentaire ermee te constateren dat "niets helpt". En dat heeft geen betrekking op Biekes ongeneeslijke ziekte, maar op ons allemaal als wij weer menen "iets" gevonden hebben waarvan we denken dat het ons gaat verlossen.
Wat hebben deze twee zaken nu met elkaar te maken? Wat ik me realiseer is dat ik inderdaad een kamer voor mezelf creëer. Sterker nog, ik heb er een in huis, waarin ik me graag terugtrek. Als ik ga mediteren is dat ook een terugtrekken, want ik ben nog helemaal met mezelf bezig. O, wat ben ik toch bezig. Ontzettend bezig met 'het goed doen'.
Is mijn mediteren, mijn fascinatie voor alles wat met godsdienst en spiritualiteit te maken dan helemaal niets anders dan een manier om uit te vinden hoe ik "het goed kan doen"? Zo goed, dat ik met trots naar mezelf kan kijken zodat ik de pijn van het afgescheiden zijn niet hoef te voelen?
Ton Lathouwers zegt daarover in de documentaire dat dit één van de valkuilen van meditatie is, dat je je terugtrekt. Hij zegt dat het dan belangrijk is je te realiseren dat het jouw pijn, jouw bodemloosheid is, maar tegelijkertijd ook die van iedereen. Die volgende stap is essentieel.
En als je diep genoeg doordringt, sta je voor "die muur zonder doorgang" en zie je geen uitweg meer. Je kunt dan alleen maar constateren dat niets helpt. Als je je daar volledig aan over kunt geven, dan ontstaat er iets van een weg, zegt Bieke in haar boek De smaak van stilte. "Er is iets dat mij doet gaan, dwars door de nacht... in tranen, en toch ongebroken." Deze weg opende zich in stilte.
Diep van binnen heb ik al heel vaak geroepen dat het nog niet erg genoeg is. Blijkbaar is het voor mij erg lastig om me te openen zonder dat ik voor deze blinde muur sta. Ik blijf liever nog even in mijn bed liggen, terwijl ik fris en uitgeslapen naast mijn bed had kunnen staan.
En dan is het zaak om toch met mededogen naar mezelf te kijken. Dit hoort erbij. Hier sta ik nu. Dit is het begin.


Get Microsoft Silverlight Of bekijk de flash versie.

De smaak van stilte
- hoe ik bij mezelf ben gaan wonen- 
Bieke Vandekerckhove
Uitgeverij Ten Have / Lannoo
ISBN 978 90 599 5979 8

maandag 21 februari 2011

Bodhichitta

Gisterenavond las ik in het boek Dit is het begin van Pema Chödrön en werd geraakt door haar beschrijving van het boeddhistische begrip bodhichitta. Het is ons ontwaakte hart, dat wij doorgaans nog niet ontdekt hebben. Door training van de geest begint er iets in ons te rijpen; een vertrouwen in ons hart, in bodhichitta.
Bodhichitta is ons hart, ons gewonde, murw gemaakte hart, zegt Chödrön. En dan doelt ze niet op ons fysieke  hart. Als je het zou onderzoeken zou je uiteindelijk een gevoel van tederheid vinden, vermengd met een soort droefheid. Deze droefheid is niet het gevolg van iets dat iemand ons heeft aangedaan. Dit is een inherente droefheid, een droefheid die geen oorzaak heeft; deze droefheid is ons aangeboren, het is de erfenis van onze familie en wordt ook wel het 'zuivere hart van droefheid' genoemd. (zie blz. 21 van het boek)
Ik was geraakt door deze beschrijving. Ik kan dit gewonde hart van mij vertrouwen. Alles wat ik daarvoor hoef te doen is alles licht te maken, zegt Chödrön. Zowel als ik zit te mediteren, als in mijn dagelijks leven. Laat alles zacht en ontspannen zijn.
Meditatie helpt mij dit liefdevol, zacht en aandachtig zijn te oefenen. Doordat ik iedere dag mediteer laat ik mezelf voelen dat het genoeg is dat ik mijn best doe. Dat ik niet perfect hoef te zijn en dat ik dat dus ook niet moet gaan proberen.
Ik kan niet 'als een kind zijn' (zie twee blogjes terug) als ik vanbinnen een wandelend slagveld ben. En dat ben ik als er continu een strijd plaatsvindt tussen goed en kwaad, juist en verkeerd. De waarheid is dat er geen tegengestelden bestaan, zegt Chödrön. De Boeddha is goed en kwaad tegelijk, rein en onrein, het bestaat allemaal naast elkaar. Het hoort er allemaal bij.
Als ik wil zijn als een kind, zodat God niet iedere keer de in-gesprek-toon krijgt als hij me belt, dan hoef ik alleen maar te beseffen dat alles erbij hoort. Ik neem het waar. Ik ben bewust. Ik til er niet zo zwaar aan (beschouw alles als een droom, zegt Chödrön) en laat het los.
Ook de gelukzalige momenten.

Dit is het begin
Pema Chödrön
ISBN 90-6963-339-6

zaterdag 19 februari 2011

Verzet

Vandaag zat ik in mijn eigen verzet opgesloten.
Geen helderheid, geen weidsheid, slechts een soort van lichamelijke aanwezigheid in de ruimte.
Het vreemde was dat ik het moeizame karakter van deze dag al leek te voorvoelen toen ik (te laat) opstond. Ik was al eerder wakker geworden, om half zeven als ik het me goed herinner. Ik werd wakker en voelde me ook meteen wakker. Helaas heb ik dit gevoel genegeerd en ben blijven liggen. Vermoedelijk omdat 'je op zaterdagochtend toch niet om half zeven opstaat'.
In de loop van de ochtend hoorde ik vanbinnen de roep om te gaan mediteren. 'Ga even zitten, zal je goed doen.' Maar nee, hoor, ik besloot de kapotte spijkerbroek van S. te gaan repareren en daarna gaf ik toe aan de wens van M. om naar het Smaragdplein te fietsen om fietstassen met bijpassend zadelhoesje bij de 'Big Bazar' te gaan kopen. Oja, ook nog maar even langs de fietsenwinkel en de Albert Heijn.
Ook na de lunch schreeuwde het in mij om een meditatiesessie. Ik was alleen thuis met de kinderen en een vriendje en vond dat ik niet kon gaan zitten boven. Dan maar de krant. Dat lukte me niet. Een boodschappenlijstje. Eerst dat recept maar even opzoeken dan. En toen verzandde ik in e-mails, Facebook en meer van dat soort ongein...

Goed. Dat was vandaag. Ik vind het achteraf heel spijtig dat ik zo slecht voor mezelf gezorgd heb. Toch realiseer ik me ook dat dit 'vroeger' de normale gang van zaken was. Ik voelde doorlopend de ongelukkige onderstroom in mijn leven, maar had er geen idee van waardoor die veroorzaakt werd. Onvoorstelbaar vind ik dat nu.
Ik besef dat ik ieder moment kan beslissen om het anders te doen. Bewustheid in mijn leven kan brengen. En daar hoef ik echt geen half uur voor te gaan mediteren. Dat kan ook ter plekke, daar waar ik zit, sta of loop. Mooi is dat.

Word volkomen leeg.
Laat je hart vredig zijn.
Observeer in de maalstroom van het wereldse komen en gaan
hoe elk einde een begin wordt.

(uit de Tao)

woensdag 16 februari 2011

Volgers

En toen zag ik dat ik er een volger bij gekregen had.

Ongelofelijk wat dit meteen een impact heeft op mij.

De toestemming die ik had om te schrijven vanuit mijn wijze en verlichte ik verdween onmiddellijk als sneeuw voor de zon. Waar is mijn lijntje met de kosmos? Ik klapte dicht als een oester.
Er moet gepresteerd worden. Ik moet iets moois schrijven.
Gek genoeg realiseerde ik me pas later dat het wel heel persoonlijke schrijfseltjes zijn die ik de wereld instuur. Wil ik wel dat onbekenden dit lezen?

Het heeft allemaal met angst te maken. Angst voor een oordeel, maar ook angst om mezelf te laten zien en kennen.
Met zo'n blog zoek ik de kwetsbaarheid op. Als ik absoluut wil voorkomen dat ik geraakt word door pijnlijke emoties, moet ik mijn stukjes gewoon op de computer opslaan.
Aan de andere kant weet ik dan ook zeker dat ik niemand bereik. En dat was toch de achterliggende gedachte: er zijn vast mensen die net als ik iedere dag graag helder en bewust beleven vanuit een besef van verbondenheid met alles en iedereen, maar die dat net als ik lang niet altijd goed lukt. En die mensen vinden het wellicht fijn om te lezen hoe het mij vergaat op dit pad van oefening.

Angst is een van de grootste blokkades voor de stroom van boven. Jonge kinderen hebben daar nog geen last van. Ze staan in verbinding en zijn gewoon waar ze zijn. De kindergeest is open en ontvankelijk. Ik kijk graag naar kinderen die net kunnen lopen en lekker op onderzoek uit gaan. Hun verwondering is van een benijdenswaardige schoonheid.
Ja, en dan denk ik meteen aan Jezus die zei: "Laat de kinderen tot mij komen, houd ze niet tegen! Want het koninkrijk Gods is voor wie zijn zoals zij. Ik verzeker jullie: wie het koninkrijk van God niet aanvaardt zoals een kind dat doet, zal er zeker niet binnenkomen."
Eckhart Tolle legt uit dat we deze woorden van Jezus niet letterlijk moeten nemen. Wees weer zo open en ontvankelijk als een kind. Verwonder je, want in verwondering zit de poort naar het eeuwige verborgen. Je kunt je niet verwonderen en tegelijkertijd je zorgen maken of überhaupt met iets anders bezig zijn. Nee, je bent er en voelt je verbonden.

Het was angst die de stroom blokkeerde.
Lieve schat, wat goed dat je toch bent gaan schrijven, zeg ik tegen mijn bange ik. En wat fijn dat jij ook nog even je hoofd om de hoek stak, zeg ik tegen mijn geïnspireerde ik.

Gun mij de tijd
tot ik mij, rijp
als een vrucht
in Uw handen
laat vallen.
Gun me de tijd.

(woorden van pater Van den Broeck sj)

maandag 14 februari 2011

Een nieuw begin

Opnieuw beginnen, dat zou fijn zijn, denk ik vaker dan me lief is.
Het geeft aan hoezeer ik nog in het verzet leef. Het geeft ook aan hoezeer ik me ervan bewust ben dat ik beïnvloed word door oude conditioneringen die me in de weg zitten. Het geeft vooral aan dat ik denk dat er nog heel wat moet veranderen voordat ik verlicht ben. Oei.

Ik fietste vanmiddag de wijk uit terwijl ik een appel at die in stukjes gesneden in een zakje aan mijn stuur bungelde. Vóór me reed een mevrouw in een scootmobiel. Dat ging vrij langzaam, maar dat was niet erg. Ik at tenslotte ook nog die appel terwijl ik fietste. Net voor het kruispunt sprong het stoplicht op rood. Ook niet erg, ik at een heerlijke appel. Ik stopte naast de mevrouw in haar scootmobiel en keek haar even aan. "Misschien wil ze ook wel een stukje appel," flitste het door me heen. Even wilde ik die gedachte negeren, maar gelukkig vroeg ik toch of ze ook een stukje wilde. "Ja hoor, dank je," zei ze. En toen ook nog dat ze hem erg lekker vond. Het was even heel verrassend gezellig, daar bij het stoplicht.
Zo heb ik ook eens een bosje tulpen dat ik net bij de Albert Heijn gekocht had aan een mevrouw in een scootmobiel gegeven. Dat was ook bij een stoplicht. Ik stond naast de mevrouw en ik hoorde haar moeizaam ademhalen. Ze had slangetjes in haar neus voor extra zuurstof (vermoed ik). Toen heb ik haar de bloemen gegeven om haar op te vrolijken. Ze was heel verbaasd, maar werd vooral heel blij van mijn spontane actie.

Waarom vertel ik dit allemaal? Niet om mezelf op de borst te kloppen, maar gewoon om te vertellen dat ik af en toe voel dat er wel degelijk een "verlichte Joyce" in mij schuilt. Er zijn momenten waarop ze moeiteloos naar buiten komt.
De Amerikaanse zenmeester Genpo Roshi ontdekte dat het enige wat mensen nodig hebben is toestemming om te spreken vanuit ultieme wijsheid en verlichting. Waarom in plaats van het gewonde kind of de perfectionist niet de verlichte stem de ruimte geven?

Goed. Ik maak gewoon een nieuwe start. Ik laat beperkende ideeën los en zeg tegen mijzelf: Ik ben verlicht. Ik geef mijn verlichte zelf de ruimte. Dat is alles. Lekker.

vrijdag 11 februari 2011

Zo stil

U bent zo stil
en in mij moe.

Hoe diep u slaapt
wil ik u vragen

door te spreken,
maar als ik praat

zal dat de tere
stilte breken,

dus zeg ik niets
en zwijg

en dek u zachtjes
toe.

Uit: Hou van mij
- bijna alle gedichten 1984-2009 -
Ted van Lieshout
Uitgeverij Leopold
ISBN 978-90-258-5521-5

donderdag 10 februari 2011

De verbinding herstellen

De verbinding herstellen
dat is wat ik zo graag wil
weer zijn als in mijn eerste levensjaren
De verbinding herstellen
met mijn eigen unieke kern
voortgekomen uit mijn vader en mijn moeder
dat is wat ik zo graag wil
De verbinding herstellen

Ik schreef dit rondeel afgelopen kerstvakantie tijdens een schrijfretraite (onder begeleiding van Christine de Vries) in abdij Koningshoeven in Berkel Enschot. Het verwoordt ondubbelzinnig waar ik naar verlang. Het verwoordt denk ik waar veel mensen naar verlangen.
De Amerikaanse schrijver en psychiater Irvin Yalom schreef eens in een artikel in het maandblad Psychologie dat wij mensen moeten zien te leven met het gegeven dat wij "ten diepste eenzaam zijn". Hij doelt hier op het gescheiden zijn van de toestand van voor onze geboorte. Wij verlangen naar de geborgenheid en het één-zijn met de moeder, toen alles nog vanzelf ging zoals het moest gaan.
In zijn film The Shift vertelt Wayne Dyer hoe verbazingwekkend het is je te realiseren dat alles zich prima en natuurlijk ontwikkelde toen we ons er nog niet (d.m.v. ons denken) mee bemoeiden. Die negen maanden in onze moeders baarmoeder maakten we zonder stress een prachtige ontwikkeling door.
Wij mensen "delen zwijgend de pijn van onze eenzaamheid, onze afgescheidenheid, die - hoe we die ook proberen te verzachten of ontkennen - een basisgegeven lijkt van onze condition humaine," zegt ook Hein Stufkens in zijn boek Weg van Gnosis.
Dat verlangen naar Heel-Zijn, dat is bij mij heel sterk aanwezig. Ben me er tegenwoordig vrij snel bewust van dat ik iets gedaan heb, maar er niet echt bij aanwezig geweest ben. Dat doet mij dan verdriet. Ik leefde, maar eigenlijk ook weer niet. Het voelt als zonde van de kostbare tijd hier op aarde. De drang mijn leven bewust te leven is heel sterk. Zo sterk, dat mijn grootste uitdaging ligt in het liefdevol omgaan met mijzelf in dit boeiende leerproces. Ik ben mijn eigen liefdevolle vader en moeder.
Ooit las ik in een boek over sterven dat een vrouw bang was om dood te gaan omdat ze vond dat ze zo gefaald had als moeder. Haar dochter was aan de heroïne geraakt en ze had haar niet kunnen helpen, zelfs de deur moeten wijzen. De priester die haar bezocht zag dat ze een foto van haar dochter op haar nachtkastje had staan en vroeg of ze van haar hield. Ja! Natuurlijk! reageerde de vrouw. Toen vertelde de priester haar dat God ook een foto van haar op zijn nachtkastje had staan.

woensdag 9 februari 2011

Wu wei

Wu wei is Chinees voor 'doen door niet doen'. En dit heeft natuurlijk alles met de kunst van de Tao te maken waarbij je spontaan en in overeenstemming met de/je natuur handelt, zonder de storende tussenkomst van het ego en het verwarrende scheppende denken. Je bent volledig aanwezig in het moment. Je bent.
Toen ik gisteren door helder en zonnig winterweer langs de singels naar de stad liep om het boek De weg naar verandering (de Tao Te Ching vertaald en geïnterpreteerd door Wayne Dyer) te gaan kopen, voelde ik weer hoe waar dit is. Er hoeft in wezen helemaal niet zoveel. Als ik mij overspoeld en overvraagd voel heeft dat alles te maken met hoe ik naar de dingen kijk. Waar ik voor kies. 
Werken bijvoorbeeld, is voor mij altijd synoniem geweest met ploeteren. Hoewel ik merk dat ik al veel geleerd heb de afgelopen jaren (ik bewaak mijn grenzen al veel adequater) blijft het een haat/liefde verhouding. En toen stelde ik mijzelf gisteren tijdens de wandeling een belangrijke vraag: Stel ik zou er (op mijn werk dus) alleen maar hoeven zijn, met al mijn aandacht. Verder niets. Ik zou mij vantevoren niet druk maken. Stel ik zou er heen gaan en aanwezig zijn, observeren en van daaruit handelen. Wat zou er dan gebeuren? 
Het lijkt mij dat dit voor een kleuterleidster een prima grondhouding is. Kinderen voelen haarfijn aan dat ik lekker in mijn vel zit en merken dat ze gezien worden. Meer heeft een kind niet nodig om ontspannen en met plezier aan het werk te kunnen gaan. En dat heeft weer zijn uitwerking op mij. 
Ik doorvoelde gisteren heel duidelijk dat deze grondhouding van 'doen door niet doen', het aanwezig zijn in het moment, alles is wat nodig is. Dan is spanning afwezig, want dan ontrolt alles zich op een natuurlijke manier. Er is vertrouwen. 
Zoals Bert Schierbeek het verwoordt:  
hoe
als je je 
met zorgeloosheid
kon omringen
en dat dat
je ruimte
was 

dinsdag 8 februari 2011

Opstaan uit een diepe slaap

Ben nog erg onder de indruk van het feit dat ik mezelf zo zwart op wit een Godzoeker genoemd heb. Het is iets wat helemaal klopt, daar gaat het niet om. Tegelijkertijd is het ook iets wat ik altijd voor mezelf gehouden heb. Iets waar ik in het geniep mee bezig was. Met dat God zoeken dus.
Blijkbaar kleeft er aan dat geloof en gelovig zijn veel waarbij ik me niet thuisvoel. Vooroordelen, maar ook feitelijkheden die het insituut kerk volgens mij geen goed doen. 
Niet voor niets voel ik mij aangesproken tot de gnosis. Gnosis is een Grieks woord, wat "kennis" betekent. Als gnostici spreken over gnosis, dan bedoelen ze niet het weten en kennis zoals wij dat doorgaans verstaan. Dan bedoelen ze een intuïtief, innerlijk en direct weten, zonder bemiddeling van opvattingen of ideeën, lees ik in een boek van Hein Stufkens.
Ter inspiratie een tekst uit Het evangelie der waarheid verteld door Valentinus, de grote gnosticus uit de tweede eeuw.

Zij zijn onwetend over hun goddelijke oorsprong.
Dat maakt hen bang, verward, instabiel, en 
vol twijfel en verdeeldheid.
Waandenkbeelden krijgen de overhand.
Als in slaap zijn ze, en
slachtoffer van verschrikkelijke nachtmerries:
op de vlucht, maar niet in staat zich te verplaatsen,
in vechtpartijen verwikkeld, waarbij ze slaan en geslagen worden;
een diepe val maken ze, of ze vliegen door de lucht, maar
zonder vleugels!
En terwijl niemand hen achtervolgt, is het toch of ze
vermoord worden - nee, ze moorden zelf, want
ze zijn met bloed bevlekt.
En dan, eindelijk, worden ze wakker.
Alsof een film is afgelopen,
zo laten ze de droomwereld achter zich.
Ze herinneren zich hun oorsprong, en het is alsof
het morgenlicht doorbreekt na een bange nacht.
Gelukkig de mens die ontwaakt
en terugkeert naar het Licht.

Religie heeft voor mij te maken met het herstellen van de verbinding met mijn goddelijke oorsprong. Volgens Wikipedia heeft ene Lactantius religie verklaard vanuit het Latijnse religare, wat 'opnieuw binden' betekent. Dat spreekt mij erg aan. Op de momenten dat ik me verbonden voel met de goddelijke, liefdevolle, ruimte waaruit ik voortkom, ervaar ik totaal geluk. Ik ben wetend van mijn goddelijke oorsprong. Niets is bevrijdender dan dat. Mij is dan helemaal helder dat dit is waartoe ik op aarde ben. Leven vanuit dit bewustzijn, verder is niets van belang. 
Valentius zegt: "Ik kan de vervreemding van mijn diepste zelf opheffen, tot de bevrijdende kennis komen van wie ik werkelijk ben, en zo rust en heelheid vinden. Niet ergens, later, nee: hier en nu."

maandag 7 februari 2011

Heilzaam

Kruiden die heilzaam zouden zijn voor de ziel. Bestaan ze? Ik weet het niet. Het doet er ook niet toe.
Ik ga hier op dit blog schrijven over zaken (symbolische kruiden) die heilzaam bleken voor mijn ziel. Die mij ten diepste goed gedaan hebben. Anderen mogen ervan meegenieten. Wie weet zijn mijn zielekruiden ook heilzaam voor hen.
Afgelopen zondag kreeg ik een mail van mijn moeder waarin ze mij attendeerde op een uitzending van "Katholiek Nederland kerkt in..." Dit keer in Amsterdam en voorafgaande aan de mis die uitgezonden zou gaan worden, had Leo Fijen een gesprek met Suzanne van der Schot. Mijn moeder had goed ingeschat dat dit gesprek mij zou raken. Herkenning, maar ook het warme geluksgevoel dat mij doorstroomt als iemand in alle eenvoud en oprechtheid precies verwoordt wat ook in mij speelt.
"Je wordt geraakt (door het geloof / religie -J.) en je weet niet hoe en waarom, maar je kunt niet zonder," stelt Fijen op het einde van het interview. Ja. En dan vertelt ze dat ze het "zo mooi" vindt, dat het zo raakt aan de kern van het leven, aan haar zelf. Dat het gaat over hoe ze zich verhoudt tot de rest van de wereld. Dat is zo mooi, zegt ze dan nog eens. Het is zo mooi, dat het dom zou zijn jezelf dit te onthouden.
Ik vind dat prachtig gezegd. Herken me daarin. Het gaat er ook bij mij helemaal niet om dat ik alles weet en precies kan vertellen hoe en wat ik geloof. "Heer laat mij U zoeken," zegt ze ook ergens en legt uit wat ze daar zo mooi aan vindt. Voor mij gaat het erom dat ik de ruimte krijg om te zoeken, te proeven en me al doende te verwonderen en daardoor verbonden te voelen met het Goddelijke. Laat mij U zoeken is prachtig, het duidt op een open geest, helderheid, alertheid. Het zoeken als doel op zich. Het zoeken als iets heel fijns om te doen.
Een Godzoeker, dat ben ik.