maandag 24 september 2012

Tikkun

Vorige week zag ik in de aflevering van Boeken een gesprek met de Israëlische schrijver David Grossman. Hij verloor zes jaar geleden zijn zoon aan de Libanonoorlog en schreef er een prachtig boek over.
"Ik vond dat ik moest schrijven omdat ik dacht: Als ik de pech heb of gedoemd ben om naar dit eiland van leed en verdriet gestuurd te worden, dan wil ik het tenminste op mijn manier in kaart brengen."
Het wonderbaarlijke was dat hij een dag na de sjiva, de zeven dagen van rouw in het Jodendom, weer begon te schrijven.
"Soms keek ik naar mezelf en dacht ik: Ben ik gek, dat ik 'n uur lang zit te zoeken naar de juiste metafoor of uitdrukking terwijl de wereld om mij heen in elkaar stort?
Maar als ik dan het juiste woord vond, gaf dat een gevoel van genezing, in het Hebreeuws zeggen we tikkun. Het is een kabbalistisch idee dat er iets geneest in de wereld als je iets goeds doet. En het vinden van het juiste woord dat precies verwoordde wat ik voelde, dat genas iets in een oneerlijke wereld," zegt Grossman.
Ik heb het boek afgelopen weekend zitten lezen tijdens mijn middag in de rouwwinkel waar ik vrijwilligerswerk doe. Heel erg mooi en heel erg indrukwekkend. Grossman verwoordt op poëtische wijze iets wat eigenlijk ondoenlijk is, want geen enkel woord dekt precies de lading. Toch heeft hij die uiterst persoonlijke poging gedaan die heel sterk binnenkomt.
Ik heb me gewoon opengesteld voor de woorden en die gelezen als poëzie. Er zijn woorden en er is de stilte tussen de zinnen. Grossman leidde me al zoekend, zowel de geest als zintuigen op scherp, door zijn landschap van rouw. Hij ontziet je niet, wordt nergens sentimenteel. Heel erg mooi.

Don't be satisfied with stories,
how things have gone with others.
Unfold your own myth
without complicated explanations

- Rumi - 

foto: I love sufism - Facebookpagina

donderdag 6 september 2012

Zwerversliefde


Laten wij zacht zijn voor elkander, kind -
want, o de maatloze verlatenheden,
die over onze moegezworven leden
onder de sterren waaie' in de oude wind.

O, laten wij maar zacht zijn, en maar niet
het trotse hoge woord van liefde spreken,
want hoeveel harten moesten daarom breken
onder de wind in hulpeloos verdriet.

Wij zijn maar als de blaren in de wind
ritselend langs de zoom van oude wouden,
en alles is onzeker, en hoe zouden
wij weten wat alleen de wind weet, kind - 

En laten wij omdat wij eenzaam zijn
nu onze hoofden bij elkander neigen,
en wijl wij same' in 't oude waaien zwijgen
binnen een laatste droom gemeenzaam zijn.

Veel liefde ging verloren in de wind,
en wat de wind wil zullen wij nooit weten;
en daarom - voor we elkander weer vergeten -
laten wij zacht zijn voor elkander, kind.


 uit Verzamelde Gedichten (1948) van Roland Holst (1888-1976) 


zaterdag 1 september 2012

Ont-moeting

Vanmiddag was daar die intense ontmoeting met Donne.
De ogenblikken ervoor liep ik me zorgen te maken dat ik nog steeds erg mijn best aan het doen ben. Op zich is daar niets mis mee. Het is goed als mensen hun best doen. Meer kun je niet doen, he? Alleen is het bij mij zo dat ik ERG mijn best doe. En wel op zo'n manier dat ik voel dat het mij uit mijn centrum, uit mijn kracht, haalt.
Ik liep daar dus over te peinzen toen ik bij Donne uitkwam.
Donne is een meisje van acht weken oud. Ze werd door haar moeder op haar buikje vastgehouden en keek mij recht aan. Ze raakte mij met haar blik. Door haar ogen keek ik rechtstreeks de eeuwigheid in. Als vanzelf streelde ik haar handje met een vinger. Ze greep mijn vinger vast en liet me niet meer los.
Ondertussen bleef ze me aankijken.
Woordeloos vertelde haar ogen me dat alles goed was. Dat ik mocht stoppen met zo mijn best te doen. Dat ik daar niemand een dienst mee bewees. Dat het in wezen ontzettend simpel is. Ben er gewoon, precies zoals je bent en het is goed.
Laat je door niemand iets anders aanpraten.