maandag 14 mei 2012

Beeldenfabriekje

Het is me al eerder gebeurd: de wijsheid van een open deur komt eindelijk écht bij me binnen. Op zo'n moment ervaar ik hoe die kennis, die tot dan toe slechts een rationeel weten bleek te zijn, bij mij indaalt en zich in ieder cel nestelt.
Al eerder schreef ik hoe ik ik me er steeds helderder van bewust word dat het slechts mijn eigen oordelen zijn die de boel in de war sturen. Gisteren voor het slapen gaan las ik weer eens een column van Jean Jacques Suurmond. Ook hij schrijft graag over dit onderwerp. Deze keer ging het over Pinksteren, het feest van de Geest: "God op z'n beeldloze best," zegt Suurmond, die ons "beeldenfabriekje" sloopt.
Als wij de werkelijkheid reduceren tot een beeld, wordt God onzichtbaar. En, ook niet onbelangrijk: zijn we tot nare dingen in staat.
Het is wonderlijk hoe ik gisterenavond helemaal doordrongen raakte van dit gegeven. Ik besefte dat mijn eigen beeldenfabriekje grotendeels mijn leven bepaalt. Dat ik de ander of een situatie vaak reduceer tot een beeld om mijn eigen ego te voeden, dat ik met mijn beelden de illusie van controle versterk. In werkelijkheid sluit ik vanbinnen alle luiken en deuren voor de frisse wind van de Geest.
"De tien geboden beginnen met de oproep om alleen God te aanbidden en niet te knielen voor een beeld. Dit gebod om geen absolute beelden te maken 'van wat in de hemel boven is of van iets beneden op de aarde' vervult alle andere geboden," schrijft Suurmond.
"Zo houdt het gebod om je vader en moeder te eren in, dat we ze niet in het plaatje 'ouders' moeten opsluiten. Zolang we dat doen, blijven we afhankelijk van hen en verongelijkt omdat ze ons niet alles gegeven hebben wat we wensten of nodig hadden. Hen eren wil zeggen: hen zien zoals ze werkelijk zijn. Naast ouders zijn ze vooral gewone mensen net als wij, met hun eigen beperkingen en angsten. Alleen als we hen zo zien, doen we hun recht."
De schellen vallen mij van de ogen. Heel vreemd, want ik dacht dat ik het wist, maar ik wist het dus niet. Niet écht.
Alleen als ik in staat ben de ander werkelijk te zien, de situatie werkelijk te beleven, kan God zich aan mij openbaren. Alleen dan. Zo gauw ik beelden ga hanteren om de zaak te vereenvoudigen of controleerbaar te maken, verbreek ik de verbinding en ben ik niet meer bereikbaar voor God.
"De Geest is onzichtbaar als de wind, God op zijn beeldloze best. De Geest is de vreeswekkende kracht die het beeldenfabriekje sloopt [...]." En zo krijg ik voor het eerst van mijn leven zin in Pinksteren.



4 opmerkingen:

  1. Zo, hier kan ik weer even mee vooruit. Bedankt Joyce.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Mooi, daar doen we het voor, he? Niets leuker dan anderen inspireren met wat mij 'de Geest gegeven heeft' :-)

      Verwijderen
  2. Ik vind dat 'beeldenfabriekje' zo'n grappig woord, of eigenlijk meer een beeld. Een fabriek met een druk rokende schoorsteen, gebakken lucht producerend. Beter maar God en de frisse wind voor meer beeldloosheid en zijn. De controle loslaten he, dat blijft de rode draad volgens mij. Heeft de Boeddhistische omroep nu trouwens ook een documentaire over.
    Hoe was de lezing over Silva?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik heb begrepen dat het Calvijn was die het menselijk hart een beeldenfabriekje genoemd heeft. Heb niet zo'n frivole associaties bij de man, maar dit is toch heel grappig.

      Verwijderen