donderdag 6 september 2012

Zwerversliefde


Laten wij zacht zijn voor elkander, kind -
want, o de maatloze verlatenheden,
die over onze moegezworven leden
onder de sterren waaie' in de oude wind.

O, laten wij maar zacht zijn, en maar niet
het trotse hoge woord van liefde spreken,
want hoeveel harten moesten daarom breken
onder de wind in hulpeloos verdriet.

Wij zijn maar als de blaren in de wind
ritselend langs de zoom van oude wouden,
en alles is onzeker, en hoe zouden
wij weten wat alleen de wind weet, kind - 

En laten wij omdat wij eenzaam zijn
nu onze hoofden bij elkander neigen,
en wijl wij same' in 't oude waaien zwijgen
binnen een laatste droom gemeenzaam zijn.

Veel liefde ging verloren in de wind,
en wat de wind wil zullen wij nooit weten;
en daarom - voor we elkander weer vergeten -
laten wij zacht zijn voor elkander, kind.


 uit Verzamelde Gedichten (1948) van Roland Holst (1888-1976) 


2 opmerkingen:

  1. oh, een van mijn lievelingsgedichten, vooral strofe twee

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Mooi, he, vind ik ook. Het gaat over zachtheid en dat voel je door het hele gedicht heen. Het streelt je als een windvlaagje.

      Verwijderen