Morgen vertrekken we voor twee weken naar een hele fijne camping in het Noord-Oosten van Nederland. Lekker zwemmen in de rivier en lezen voor de tent. De weersvooruitzichten zijn voorlopig positief; het eerste weekje buiten zijn is binnen (hihi).
Ik wil jullie ook een paar heerlijke weken wensen met zomerweer, leuke ontmoetingen, lekker eten, verrassende ontdekkingen en inspirerende indrukken.
Laatst werd ik 's nachts wakker en kon niet meer inslapen. Ik lag daar in het donker en realiseerde me heel scherp dat ik vaker wilde spelen en dansen. Dat dat goed voor mij zou zijn. In de tien minuten na dit inzicht schreef ik het gedicht Spelen.
Vandaag vond ik in een oude map dit uitgeknipte verhaaltje van Toon Tellegen. Het gaat over dansen. Dat dansen goed voor je is. Net als zingen trouwens. Een collega in de rouwwinkel vertelde mij laatst dat ze stickers had geplakt met slechts twee woorden erop: zingen helpt. Altijd. Dansen blijkbaar ook. Ik geloof het. Nu nog wat vaker gaan doen.
* Klik op het verhaal om het beter te kunnen lezen *
"What else does this craving, and this helplessness, proclaim but that there was once in man a true happiness, of which all that now remains is the empty print and trace? This he tries in vain to fill with everything around him, seeking in things that are not there the help he cannot find in those that are, though none can help, since this infinite abyss can be filled only with an infinite and immutable object; in other words by God himself." - Pascal (1623-1662)
Vanochtend kwam ik bij toeval uit bij het blog van Keith Bakker. Hij schrijft vanuit de gevangenis in Lelystad hoe het hem vergaat. Vorige week schreef hij over onvoorwaardelijke liefde of eigenlijk meer over dankbaarheid en dat is een heel indrukwekkende tekst geworden.
Halverwege de tekst noemt hij The God-Shaped Hole. Ik zocht het natuurlijk meteen op met Google en vond een mooie tekst van de Amerikaans theoloog Glenn F. Chesnut. Hij refereert in dit verband dus aan de filosoof en wiskundige Pascal waarvan hij bovenstaande quote opgenomen heeft.Ik kende de term niet, maar het gevoel dat erbij hoort des te beter.
Zelf heb ik lang gedacht dat 'this craving,' zoals Pascal het noemt, het gevolg was van de dood van mijn vader toen ik zeven jaar jong was. Die gebeurtenis is mijn persoonlijke verdrijving uit het paradijs. Ik ben blijven hunkeren naar een terugkeer naar die veilige, liefdevolle wereld van voor mijn vaders dood, maar niets hielp.
De afgelopen jaren, toen ik mezelf op mijn zoektocht beter leerde kennen, bleek dat die hunkering een universeel menselijk gevoel is. Wij mensen zijn immers fundamenteel eenzaam. Je zou onze geboorte ook kunnen zien als een verdrijving uit het paradijs en in het verlengde daarvan beweerde Pascal wellicht dat "all that now remains is the empty print and trace [of true happiness]."
Dat gevoel van fundamentele eenzaamheid, daar verzetten we ons tegen. Pema Chödrön was de eerste die mij uitdaagde dit gevoel te verkennen. Ook Bieke Vandekerckhove vertelt in haar boek De smaak van stilte heel openhartig hoe moeilijk, maar vooral waardevol het was om in haar eigen woestijn te durven verblijven.
Ik vermoed dat je die woestijn zou kunnen zien als The God-Shaped Hole. En dat daar God tot je spreekt.
Vandaag is zo'n dag dat ik nog geen enkele energie gestoken heb in mijn uiterlijke verschijning. Okee, ik heb gedoucht vanochtend, maar daarna heb ik me in joggingbroek en sweater gestoken en niet meer in de spiegel gekeken tot daarnet. Bleek en vaal, was meteen mijn conclusie.
Over het algemeen vind ik mezelf best een mooie vrouw, maar deze vrouw die ik daarnet in de spiegel zag, dat ben ik toch ook? Hoe verhoudt zich dat? Ben ik pas die mooie vrouw als ik mijn ogen een beetje aangezet heb en krullencrème in mijn haar gedaan heb?
Ik twitter nu een ruim een half jaar voor Je bent mooien vertel vrouwen twee dagen per week dat ze goed zijn zoals ze zijn. Dat ze mooi zijn omdat ze zijn zoals ze zijn. Mét hun buikje, mét hun rimpeltjes en stevige benen.
Wanneer ben ik mooi? Daarnet merkte ik dat ik mezelf mooier en mooier begon te vinden naarmate ik langer naar mezelf bleef kijken in de spiegel. Ik keek mezelf in de ogen en zag hun glans en daarna zag ik ook dat leven wat erachter schuil ging. Ik zag twee ogen die al zoveel gezien hadden. Dingen die ze liever niet gezien hadden, maar gelukkig veel meer dingen waar ze enorm van genoten hadden.
Ik zag de rimpeltjes rond mijn ogen. Ze spraken tegen mij over alle emoties die ik doorleefd heb. Ik heb gehuild en gelukkig ook veel gelachen. Ik heb me zorgen gemaakt, maar me ook zalig ontspannen gevoeld in het leven dat achter me ligt. Mijn rimpeltjes vertelden mij mijn eigen verhaal.
Ik zag mijn mond. De lippen die zich spottend kunnen krullen, die zacht kunnen glimlachen en woorden kunnen vormen van allerlei pluimage.
Kortom, als ik even de tijd neem om mezelf te zien, dan wordt de onderliggende schoonheid zichtbaar. De unieke schoonheid die bij mij hoort en bij niemand anders en dan voel ik me ondanks die eerste kleurloze indruk een heel mooi en kleurrijk mens.
Ik word weer eens uitgedaagd. Door het leven, door God? Ach, dat zijn maar woorden. Het enige wat telt is dat ik uitgedaagd word om stelling te nemen. Of nee, ik moet zeggen dat ik voor de zoveelste keer uitgedaagd word om stelling te nemen. Blijkbaar ben ik niet opgegeven.
Het moment lijkt nooit goed, maar als ik ga zitten en stil word, begrijp ik dat ieder moment even goed is. Het gaat hier om vertrouwen hebben, om overgave aan het leven. En wat dat aangaat is ieder moment even goed.
Abt Christopher Jamison in de BBC-serie The big silence
Ik heb me dat al vaker gerealiseerd. Het aloude godsbeeld van de man in de hemel, die de aarde schiep in zes dagen, die oordeelt over levenden en doden en dus tevreden gehouden moet worden, want o wee, wat zal zijn toorn aanrichten, daar herken ik niets in. En met mij velen die zich atheïst noemen. Ben ik dan ook een atheïst? Zo voel ik me absoluut niet, want ik herken een sterk religieuze inslag bij mezelf.
Vandaag las ik een blogtekst van David Hayward (The naked pastor) waarin hij dit onderwerp ook aansnijdt. "I feel no urgency for a label," zegt hij terecht. Het verlost ons van de vooroordelen die aan al die etiketjes kleven.
Zelf vind ik het ook lastig om te zeggen dat ik in God geloof. Ik voel dan de noodzaak uit te gaan leggen wat ik dan onder die God versta, want 'ze' moeten niet denken dat ik er zo'n ouderwets godsbeeld op na hou. De moeilijkheid is dan meteen dan ik in 'de Onnoembare' geloof, een God die niet in beelden te vatten is, "want een God die te verklaren en begrijpen is, is je geloof niet waard," las ik laatst nog in de Kabbala for dummies.
Dus voor al die atheïsten onder ons: "... so possibly your (new) understanding of life, is what God is!" (alweer abt Jamison, die, helaas maar al te duidelijk, heel graag wat meer zieltjes gewonnen had onder de stiltegangers)
Tijdens mijn meditatie bleef ik maar bezig met wat er allemaal speelt in mijn leven. Het wilde niet stil worden in mijn hoofd. Ik realiseerde me dat ik me met dit denken afsloot voor God. Het leuke was dat ik daarna ook besefte dat God dat he-le-maal niets uitmaakt. Ik voelde haarscherp aan dat De Oneindige geen weerstand kent en al helemaal geen oordeel.
Oordelen doe ik zelf. En dat is ook goed tot op zekere hoogte. Ik kan me er van bewust zijn dat ik een fout heb gemaakt en zet het daarmee in het licht. Ik denk ook dat dat de functie zou moeten zijn van de biecht. Zo was het, zo heb ik het gedaan, maar ik zou willen dat ik het anders had kunnen doen. Niks geen reeks weesgegroetjes bidden na afloop. Gewoon mezelf zien zoals ik ben en handel en erkennen dat ik lang niet altijd 'goed doe'.
Als mij dat lukt, dán komt God pas om de hoek kijken. Pas op het moment dat ik in alle nederigheid en liefde naar mezelf kan kijken. Dan wordt het stil in mij en vang ik iets op van De Oneindige. Ik besefte weer eens dat ik op zo'n helder moment opnieuw word geboren en vol verwondering verder mag gaan.
Ik zat daar zo op mijn bankje en was even heel gelukkig. Dankbaar. Terwijl er ook zorgen zijn. Grote zorgen. En ik verwonderde me over die diepe laag waar ik tegenwoordig toegang tot heb. De laag van vertrouwen dat alles gebeurt zoals het gebeurt. En dat dat goed is.
nest mereltjes in het appelboompje van mijn lieve vriendin S.