Eindelijk is de kogel door de kerk. De directrice gaat mijn ontslag aanvragen en ik ga morgen naar de huisarts om alle bio-feedback van de afgelopen weken nog eens op een rijtje te zetten.
Ik vertelde mijn schoonzusje gisteren dat ik ging stoppen met mijn werk in het onderwijs en ze schoot meteen in de lach omdat ik deze stap al een paar keer eerder heb gezet. Iedere keer viel ik weer terug in mijn oude patroon.
Ook dit keer spoken gedachten door mijn hoofd die mij naar dat onderwijs terug willen zien gaan. En als ik dan maar twee dagen ga werken? Of één? Ook wordt er op verschillende manieren verwoord dat ik een slappeling of een luilak ben.
Hoewel ik deze stortvloed aan negativiteit in mijn denken herken van eerdere keren, merk nu ook een wezenlijk verschil. En dat verschil zit 'em in de kriebel ik diep van binnen bespeur. Ik heb ergens zin in. Ik heb zin om met woorden te spelen en daar gedichtjes mee te maken. Ik heb zin om gekke ideetjes te noteren en te kijken of ik er ooit iets mee kan doen. Ik heb zin om mijn leven te leven en ben nieuwsgierig waar het me heen gaat leiden.
Toen mijn vader stierf vond ik er niets meer aan. Doordat ik niet op zijn dood voorbereid was, heb ik geleerd dat het opeens voorbij kan zijn. In mijn persoonlijke geval had dit tot gevolg dat ik nergens energie in stak. Dat had toch geen zin. Over andere mensen lees ik dat ze juist heel erg in het moment gaan leven door zo'n ingrijpende gebeurtenis. Bij mij pakte dat dus anders uit.
Die zin in het leven is lang weggeweest. Nu voel ik dat er iets van levensvreugde aan het doorsijpelen is. Dat is het cruciale verschil met eerdere pogingen om in dat diepe te blijven. Iedere keer zwom ik uit angst als een speer terug naar het trappetje om er weer uit te komen. Die neiging voel ik nu ook, maar ik neem het waar en blijf watertrappelen in het diepe. Neem de tijd om te wennen en om me heen te kijken.
Er valt vanalles te zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten