Mensen die met een grenzeloze toewijding aan iets werken hebben meteen mijn sympathie. Om die toewijding gaat het. Ik benijd hen daar om. Hoe heerlijk moet het zijn om iets te starten waarvan je weet dat het je veel tijd zal gaan kosten, maar waarvan je tegelijkertijd weet dat het de moeite meer dan waard zal zijn. Een soort van pelgrimage op papier in het geval van Jonathan Bréchignac.
Dat wil ik ook. Een project waarvan ik weet dat ik er graag mijn uren in zal steken en waar ik met voldoening de laatste hand aan zal leggen.
En deze blog dan? Daar steek ik toch ook vrijwel dagelijks mijn tijd in? Klopt, maar het is nooit klaar en bovendien zou ik blij zijn met iets kunstzinnigers, want die kant wil ook iets.
Ik roep het gewoon de kosmos in: Lieve God, ik wil ook iets waar ik als een monnik geconcentreerd en toegewijd aan doorwerk. En wat respect afdwingt, denk ik er achteraan. Oei.
Dank je wel. We zijn weer thuis. En ik zit niet eens te mediteren.
Okee, mijn project zal gaan over respect voor mezelf zonder dat anderen mij meteen ook moeten respecteren. Hoe ik een en ander vorm ga geven weet ik nog niet. Wellicht komt dat in mijn meditatie bovendrijven.