Hoewel ik me op het moment van schrijven niet ongelukkig voelde, is de dag er wel een van zieleroerselen geworden. De toon was gezet blijkbaar.
Ik ben naar het centrum gewandeld omdat het zulk mooi weer was en uiteindelijk ook weer terug gelopen en niet met de bus zoals ik van plan was. Onderweg roerde mijn ziel zich dus. Of mijn hart.
Wat ik me afvroeg was waarom de meeste mensen een Zeer Dramatisch Gebeurtenis nodig hebben om te beseffen waar het om draait in het leven. Of een Ongeneeslijke Ziekte. Ik wil niet dat ik eerst ziek moet worden om de juiste keuzes te kunnen maken.
Afgelopen weekend las ik gewoontegetrouw in de NRC het artikel in de serie Het laatste woord. Deze keer viel mij op dat de mevrouw haar hele leven hard gewerkt had en eigenlijk nu pas het gevoel had dat ze echt aan het leven was. Echt genoot van haar leven.
Wat is dat toch? Het fascineert me mateloos.
Wat maakt het zo ontzettend moeilijk alle ballast los te laten en gewoon te gaan leven? Is het zo simpel dat ik de dingen waar ik de meeste energie in gestoken heb, het moeilijkst loslaat? Misschien wel.
Ik heb lang gedacht dat ik diep van binnen zwaar depressief was. Nu denk ik dat dat niet het geval is. Ik kan wel degelijk van het leven genieten. Heel goed zelfs. Toch heb ik er tegelijkertijd een zeer zware dobber aan.
In het moment ben ik gelukkig en zie ik de schoonheid vrijwel overal. Maar die momenten in het nu ervaar ik als eilanden in een woeste oceaan. Eilanden met een steiger waar ik met mijn scheepje aan kan meren om tot rust te komen.