woensdag 31 augustus 2011

Zo

Ik ben weer eens gelouterd uit een migraine-aanval gekomen. Heerlijk is dat.
De hele ochtend en middag heb ik me overgegeven aan het feit dat mijn kop pijn deed en dat ik te misselijk was om iets te eten of drinken. Gewoon blijven liggen is de remedie. Niet op willen staan en vooral niet denken dat iets eten of een stevige kop koffie wel zal helpen.
Op dit soort momenten geef ik me dus over. Ik blijf waar ik ben, ik wil niets, zelfs niet dat het over gaat. Ik concentreer me op mijn ademhaling en op mijn lichaam dat zich over heeft gegeven aan het liggen.
Deze ochtend was een langgerekte meditatie. Misschien is dat ook precies waardoor ik er vaak zo gelouterd uit kom. Het voelt als een 'reset' vertel ik vaak. Nu is dat ook het geval.
Een zegen na de ellende. Toch mooi.

dahlia

dinsdag 30 augustus 2011

Zij

Ik kan wel denken dat ik al wat vaster op de poten sta, maar een paar keer per jaar blijkt dit toch echt tegen te vallen. Dan glibber ik zonder pardon terug in de groeven van de oude patronen en overtuigingen die met het dochter-zijn samenhangen.
Ik zie het gebeuren, ik kijk ernaar, constateer het en kan het niet tegen houden. Terwijl het gebeurt voel ik me een emmer vol verdriet die bijna overloopt. Meestal bevind ik me dan in de stad, want daar vlucht ik als een kip zonder kop naar toe om iets te kopen wat ik denk nodig te hebben. Altijd komt het moment dat ik besef waar ik mee bezig ben. Ik besef het, voel verdriet, maar ga gewoon door. Als ik thuis ben, denk ik dan. Als ik thuis ben mag ik overlopen.
Afgelopen zaterdag gebeurde dit in aanloop naar haar verjaardag. Ik was al onrustig opgestaan en had besloten dat ik een nieuwe panty nodig had voor bij het nieuwe, vrolijke, gebreide jurkje dat ik de volgende dag aan wilde doen op haar verjaadagsfeest.
In de stad bleek die panty nergens te vinden, maar ik had toch nog die felgroene thuis liggen? Zou ik die wel aandoen. Oja, en een cadeautje. Er volgde een tijdrovende winkel-in-winkel-uit-zoektocht naar dat ene leuke cadeautje, terwijl ik me toch echt eerder die week al heel verstandig bedacht had dat ik gewoon een bos bloemen mee zou nemen. Het cadeautje vond ik maar niet en opeens was het moment daar waarop ik me realiseerde waar ik (weer) mee bezig was: Indruk maken op haar. Het inzicht werd samen met het opkomende verdriet van de spreekwoordelijke tafel geveegd en ik zocht nog even door tot ik eindelijk met een cadeautje naar huis toe kon fietsen.
Daar trof ik een gedekte tafel. Ik schoof aan en van daaruit ging ik van het ene over in het andere. Op de momenten dat ik even stopte bleef die pijnlijke prop in mijn keel voelbaar die ik herken van vroeger. O ja, het doet pijn als ik me geen raad weet met mijn verdriet en het afwijs.  
Natuurlijk ben ik er blij mee dat ik tegenwoordig zo goed waarneem wat er gebeurt, maar het verdriet blijft terugkomen. Ik ben weer die kleine meid met haar onvervulde verlangens. Wat ik moeilijk vind is dat ik er niet uit ben hoe ik het best voor haar zorg. Ik ben al zo ver dat ik haar gevoelens erken, maar wat zijn de consequenties die ik eraan verbind? Wat is wijsheid? Dat ik dat niet helder heb kost heel veel. Te veel, zeg ik na dit weekend. En ik denk ook dat er daar nog een hele hoop te halen valt voor mij. Voor ons.

Genoten op de Venlose heide, die prachtig in bloei stond

vrijdag 26 augustus 2011

Ze

In mijn favoriete koffietentje las ik gisteren een interview met Gerrit Komrij in een Hollands Diep van eerder dit jaar. Het was een mooi interview; Komrij was heel duidelijk:
"Schrijven blijft toch altijd een kwestie van wat afstand nemen tot jezelf, huiverend in de spiegel kijken, jezelf moed inspreken en tegelijkertijd de ander niet vervelen. Maar ik zou niets liever willen dan terugkeren naar de staat van pure lyriek. Ik heb een onzichtbaar legertje van mensen voor ogen als ik schrijf. Op hen wil ik een nette, vrolijke indruk maken."... "Ik zou niet willen dat ze denken: Wie is die vervelende figuur die daar voorbijstrompelt en mij niets te zeggen heeft."
Ik had een foto gemaakt van dit stukje tekst, want ik wist dat ik er nog een keer op terug zou komen. En vandaag moest ik er meteen weer aan denken toen ik mijn blogtekst van gisteren nog eens las. Aan deze tekst  heb ik denk ik wel tien keer iets veranderd. Het komt blijkbaar heel nauw als ik mijn route door de dalen probeer te beschrijven. Het is dan extra belangrijk om de juiste afstand te vinden tot de pijn.
Hier op deze blog wil ik contact maken met wat er leeft in mij en dat zo eerlijk mogelijk beschrijven, maar in de dagelijkse omgang ben ik geneigd om vóór alles die nette, vrolijke indruk te maken.
Ik zou niet willen dat ze mij een negatief, tobberig mens zouden vinden. Dat ben ik soms wel, maar vaak niet. Ik zou willen dat ze denken dat ik een heel positief, grappig, leuk, enthousiast en energiek mens ben. Dat ben ik soms ook, maar vaak niet.


donderdag 25 augustus 2011

Eenzaamheid

Vanochtend fietste ik door een onmiskenbaar zonnige en warme zomerochtend naar de stad voor een lekker kopje koffie. Dit is toch geluk, dacht ik, maar ik was me vooral bewust van de immer aanwezige laag eenzaamheid binnen in mij. Nadat ik vanochtend gevoeld had hoe deze eenzaamheid pijnlijk om aandacht vroeg, was ik op de fiets gesprongen voor het broodnodige tegenwicht. Zon, wind, beweging en iets lekkers. Ik trok mezelf als vanouds uit het moeras omhoog. Goed zo, meisje, zo doe je dat, zei ik tegen mezelf. Tegelijkertijd popte er een andere gedachte op: Ja, zo blijf ik mezelf iedere keer omhoog trekken, maar als ik even niet oplet, dan zak ik weer weg.
Meestal zie ik deze laag als een gegeven waar ieder mens mee te dealen heeft. Af en toe speelt hij op. Het zij zo. Maar soms lijkt het ook wel alsof ik te diep aan het graven ben geweest. Dat het helemaal niet de bedoeling was dat ik zo diep zou gaan. Dat deze laag eigenlijk lekker onder wat andere lagen verborgen had moeten blijven. Dat al dat ontkennen en onder het tapijt vegen van pijnlijke zaken, wat een groot deel van de mensheid doet, nog helemaal zo gek niet is. 
Het rottige aan gevoelens van eenzaamheid is ook dat het niet iets is wat anderen voor mij op kunnen lossen. Dat maakt eenzaamheid tot een heel eenzaam iets als ik niet uitkijk. Vandaag heb ik gemerkt hoe goed het is om er toch over te praten. Ook al kan die ander het niet voor me oplossen, het helpt wel. Na een wandeling met een lieve vriendin voelde alles toch weer heel anders.
En zo is het toch geen klaagzang geworden. Het soort van stuk waardoor manlief mij vanavond bezorgd vraagt hoe het met me is. Ja, eenzaamheid klopte aan mijn deur vandaag en ik heb open gedaan. Okee, daar word ik niet heel vrolijk van over het algemeen, maar die eenzaamheid hoort er wel degelijk bij. En als je eenmaal de weg van de krijger gaat, dan is er geen weg meer terug. 


woensdag 24 augustus 2011

Met de poten in de klei

Ik lijk wel met m'n poten in de klei te zitten. Ik wil wegvliegen, vrijheid, lucht en ruimte, maar ik zit vast. Er waait een windje, ik vind genoeg te eten om me heen en af en toe komt er iemand op bezoek. Ik ben er niet compleet depressief van, dus heel erg is het daar beneden niet. Niet erg genoeg, denk ik vaak.
Mijn hele leven heb ik al het gevoel dat ik een gigantische schop onder mijn kont nodig heb. Dat ik een verwend schepsel ben dat geen prioriteiten kan stellen, geen discipline in d'r lijf heeft en nu eindelijk maar eens moet doorzetten. 
De ene helft van mij gelooft dat verhaal en de andere helft wordt er diep-treurig van. Die tweede helft ziet hoe er geworsteld is om los te komen, hoe vermoeid lijf en leden ervan zijn geworden. Hoe graag ik het bijltje erbij neer zou gooien, het op zou willen geven.
Nu is er weer deze opleiding. Het lijkt een logische keuze. Ik ben goed genoeg bevonden en mag meedoen. Geen vuiltje aan de lucht. Alleen maar leuk, zou je denken. 
Toch wordt er ruzie gemaakt daar binnen in mij. Er is de zin in iets nieuws en het geloof dat ik wel degelijk goede kinderboeken kan schrijven, maar er is ook die schreeuwlelijk die roept dat het toch op niets uit zal lopen. Dat dit de zoveelste stap is die verlossing moet gaan brengen. Waarom die opleiding als ik al zo lang niet meer geschreven heb? Kinderboekenschrijvers verzinnen graag verhalen en schrijven ze graag op. Wanneer was de laatste keer dat ik een verhaal heb opgeschreven? Is dit niet net zo iets als dat juf willen zijn? Je hebt prachtige beelden van jou als juf of als kinderboekenschrijfster, maar dit betekent niet dat je het ook kunt. 
Het is wel duidelijk dat de negatieveling de hoofdtoon voert en ik word er knap onzeker van. Vooral het punt dat dit de zoveelste stap is die de verlossing moet gaan bieden, snijdt diep in mijn ziel. Op mijn kwetsbare momenten denk ik dat alles, wat ik ook doe of onderneem, tot mislukken gedoemd is. Dat ik dingen bedenk die goed voor me zouden kunnen zijn, dat het van mijn ego komt en dus oppervlakkig is. Dat het daar niet om gaat. En dan lijkt het weer alsof ik alles los zou moeten laten. Dat het eenvoudiger, simpeler, kaler, stiller en natuurlijker moet.
Op de goede momenten weet ik dat het helemaal niet zo is dat ik zoveel hoop gevestigd heb op deze opleiding. Dan besef ik dat ik gewoon in beweging wil blijven. Dat ik iets ga doen waar ik open voor sta, waarvan ik denk dat het me plezier gaat brengen. De kinderboekenschrijfster in mij is geblokkeerd en kan wel een zetje gebruiken. Slechter dan het is (al jaren niet meer voor kinderen geschreven) kan het niet worden.
Het valt me af en toe niet mee om mij te zijn.

foto gemaakt door Joyce

dinsdag 23 augustus 2011

De liefdesdouche

Nee, ik heb geen revolutionaire uitvinding gedaan waar ik patent op aan kan vragen (helaas), maar het was wel weer een bijzondere meditatiesessie vanochtend.
Ik zat lekker en vroeg spontaan of ik niet nog eens onder de liefdesdouche mocht staan. En ja hoor, onmiddellijk voelde ik hoe de onvoorwaardelijke liefde over mij heen stroomde. Een continue stroom. Heerlijk. Deze stroom is er niet alleen als ik er om vraag, schoot het door me heen. Deze liefde wordt altijd over mij uitgegoten, wat ik ook doe. Het maakt niet uit of ik (het) goed of slecht doe, deze stroom is er en ik kan er altijd op afstemmen om hem te voelen. Dat was een mooie gedachte die me heel gelukkig maakte.
Dat moment van realiseren was genoeg om het radarwerk van mijn 'ik' in gang te zetten. Opeens was ik blogger, schrijfster, communicator. Het liefst was ik meteen opgesprongen om deze ervaring op papier te gaan zetten, maar dat heb ik niet gedaan. Mediteren is ook blijven bij wat er is, bij alle aandrang die je voelt. Dus verwonderde ik me er over hoe deze blog mijn 'zelf' en mijn 'ik' verbindt. Hoe de beweging naar binnen feilloos wordt omzet in de beweging naar buiten. Hoe ik door het schrijven van deze stukjes continu in beweging blijf.
Ik ben dan fysiek wel geen elastieke dame, maar van binnen ben ik soepel als een pasgeboren baby. En dat is ook wat waard.

foto gemaakt door Joyce

maandag 22 augustus 2011

Nieuwe ronde, nieuwe kansen

Ik zat te mediteren en het viel me op hoezeer ik een voorkeur heb voor die stille, kalme, ruimte diep vanbinnen. Het is dat weidse niets dat ik met mijn oorsprong associeer. Met onvoorwaardelijke liefde.
Is dat verlangen niet tegelijkertijd een afwijzen van het leven? Leven, dat voor mij nog vaak met angst, verdriet, ontoereikendheid, ploeteren, moeten, en moeite doen te maken heeft. Mijn ziel heeft een zware taak om deze twee polen te verenigen, bedacht ik me. De verbinding herstellen zodat Liefde kan stromen.
En toen was daar het inzicht dat deze blog zo dienstbaar is aan het werk van mijn ziel. Hoe goed de naam gekozen is.
Het is mij wel duidelijk dat ik voor alles aandacht wil hebben voor dit zielewerk. Mijn ziel die mij liefdevol voedt (bezielt) vanuit dat diepste diepe. Ik ben geworteld en en wordt gevoed. Zo is het en niet anders. Onthou het maar, want zo eenvoudig is het, zeg ik vandaag nog een keer tegen mezelf.
Ik ga namelijk iets spannends doen. Komende maand start ik met een schrijversopleiding in Amsterdam waar ik het vak van kinderboekenschrijver ga leren. Er is alweer een kogel door de kerk. Het voelt als een goed besluit. Schrijven als vak. Dat lijkt toch echt te zijn wat ik wil. Maar kan ik het ook? Dat blijft iedere keer weer de hobbel. Natuurlijk kan ik dat, zeg ik als ik me voor de zoveelste keer verbaas over het lage literaire niveau van sommige boeken die mijn dochter met plezier gelezen heeft. Ik ga het gewoon doen, ga het gewoon meemaken, mijn best doen en zien wat eruit voortkomt.
Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

foto gemaakt door Joyce

zondag 21 augustus 2011

Haiku's

Ik sms-te met een vriendin die op vakantie is. Het weer was er niet al te best. Ik typte dat je gewoon moet dansen met het weer. Daarna schreef ik de volgende haiku:

regen, wind en kou
doe de tango met 't weer
zeg ik hou van jou

Iedere keer dat ik versjes, elfjes of haiku's maak, verwonder ik me er weer over hoe leuk het is te spelen met woorden, ritme en klanken. Het kost bijna geen tijd en het maakt me iedere keer weer blij. 

weer een nieuwe dag
die ik op eigen-wijze
mooi inkleuren mag

foto gemaakt door Joyce

zaterdag 20 augustus 2011

Telefoneren met God

Gisteren las ik in Engelen in regenjas van Roel Bentz van den Berg. Dit is ook al zo'n prachtig boek. Hij gebruikt prachtige metaforen en kiest precies de juiste details om een kristalhelder beeld te scheppen. Vind ik.
Eén stukje wil ik jullie niet onthouden omdat het recht bij mij binnen kwam. Gewoonweg omdat ik me erin herken:
"Maar er zijn er ook [mensen] die louter in het feit dat we bestaan al een opdracht zien om regelmatig op de proppen te komen met iets wat recht doet aan het duizelingwekkende van dat gegeven. Er zijn er die om onnaspeurlijke redenen steeds weer de noodzaak voelen persoonlijk antwoord te geven op de vraag waarom er iets is en niet niets.
Voor hen zit er niets anders op dan te blijven oefenen op de grote goocheltruc die daarachter zit: om steeds weer, solo na solo, drummend, schilderend, schrijvend, konijnen uit de hoge hoed van het niets te trekken - en net zo lang te blijven bellen tot ze God zelf aan de telefoon krijgen."


donderdag 18 augustus 2011

Soulfulness

Gisteren dreven er donkere wolken over. Mijn blog leek mij vooral een egoïstische roep om erkenning. Pure ego-tripperij.
Opeens had ik er moeite mee dit alles te relativeren. De moeite en tijd die ik in het schrijven steek, het feit dat het zo'n persoonlijk blog is, de wens dat het ooit tot betaald schrijven gaat leiden; het kwam allemaal in kwaad daglicht te staan.
En opeens miste ik die goeie ouwe tijd waarin ik met mijn vulpen in mijn dagboek schreef. Een bodempje whiskey en een sjekkie binnen handbereik. Weemoed. De stemming van de ziel? vraagt Joke Hermsen zich af.
Weemoed. Vreugde en verdriet vloeien samen.
Soulfulness noemt Zadie Smith het. Ze noemt weemoed de stemming van de zwarte ziel. De Poolse dichteres Wislawa Szymborska omschrijft hetzelfde in haar gedicht Enige woorden over de ziel :

"Vreugde en verdriet
zijn voor haar geen twee verschillende gevoelens.
Alleen als die twee zijn verbonden,
is ze bij ons.

We kunnen op haar rekenen
wanneer we nergens zeker van zijn."

Het zijn prachtige laatste bladzijden die Joke Hermsen schrijft.
Als ze vertelt dat Ziel, seele, soul, etymologisch afstammen van sailian of selian, dat binden of verbinden betekent, dan valt alles op z'n plek. De ziel die verbindt.
Wellicht is de tijd rijp voor soulfulness in plaats van mindfulness, vraagt ze zich af. Mooi. Ik heb mijn gevoelens van weemoed altijd al gekoesterd, maar na het lezen van dit boekje doe ik dat nog meer.

woensdag 17 augustus 2011

Simone Weil en het belang van het wachten

"In het wachten komen we tot een werkelijke aandacht voor de wereld, omdat we tijdens het wachten leeggemaakt worden van onze begrensde en van anderen afgescheiden ik-identiteit, die doorgaans als een obstakel tussen ons en de wereld in staat. In het wachten worden we als het ware veronpersoonlijkt, want ontdaan van de ego-gerichtheid van onze identiteit; daarom ervaren we dat wachten soms ook als bedreigend of onprettig, omdat we de belangen en ambities van ons ik moeten opgeven," zo vat Joke Hermsen de visie van Simone Weil op het belang van het wachten samen. Het is een voorwaarde om met aandacht naar de wereld, naar jezelf en naar de ander te kunnen kijken. Weil onderscheidt dus een 'ik' en een '(onpersoonlijk) zelf'.
Ik moest onmiddellijk aan Eckhart Tolle denken, die in zijn donkerste uren bedacht dat hij niet meer kon leven met zichzelf. Vervolgens drong glashelder tot hem door dat hij blijkbaar altijd met twee was.
Volgens Simone Weil betekent mens-zijn dat je 'het ik' van 'het (onpersoonlijke) zelf' kunt onderscheiden. Zij gaat uit van een ziel die verborgen blijft, zich niet laat kennen, maar diep in ieders hart huist. Wat vind ik dit mooi verwoord! Ik heb gevoelsmatig heel veel moeite met een persoonlijke en concrete invulling van het begrip ziel zoals onder andere Nietzsche het definieerde (De ziel is een ragfijn weefsel van driften en affecten dat zich in de loop van een leven onderhuids vormt).
Het wachten, in de zin van stilstaan, niets doen, aandachtig zijn (mediteren hoort daar voor mij ook bij) is nodig voor het evenwicht tussen 'ik' en 'zelf'. Blijf je je als mens slechts bezig houden met presteren, roem vergaren, dingen doen, rijker worden, dan wordt de ontwikkeling van je 'zelf' verwaarloosd en wellicht zelfs vergeten. Op die manier raak je uit evenwicht.
Ik schreef deze week dat ik na al dat gefilosofeer op mijn weblog, behoefte had aan wat aardsere zaken en de tuin in liep. Het was heerlijk om mijn volle aandacht op 'het kleine' te richten en er foto's van te maken. Ik kan ook intens verlangen naar rust en stilte. Dan ga ik mediteren of trek me terug in mijn atelier. Het doet mij goed deze verlangens serieus te nemen en er ruimte voor te maken.
Ik kom tegemoet aan mijn ziel die mij laat weten dat ik uit evenwicht dreig te raken.

  -Simone Weil -

dinsdag 16 augustus 2011

Levensboom

Vanochtend weer eens gemediteerd. Het viel me meteen op hoe het voor mij te maken heeft met de verbinding tussen beneden (de bron) en boven (de werkelijkheid zoals ik hem waarneem met mijn zintuigen).
Mediteren herstelt de verbinding.
Wat ik ook merkte was dat die verbinding wegviel zodra ik ging denken. Het is alsof ik de luiken dichtgooi op het moment dat ik aan het denken sla. Pas als ik er mee stop, ervaar ik weer openheid. Dat denken gebeurt blijkbaar in afzondering, ergens binnenin mijn hoofd.
Er waren stukken in de tijd dat ik nergens aan dacht, me bewust was van mijn 'open ogen' achter mijn gesloten oogleden en alle andere zintuiglijke indrukken en tegelijkertijd van de oneindigheid daar diep beneden in mij. En toch lag er een vliesje over deze ervaring. Het is een vliesje dat het verschil maakt tussen 'het doen' en 'het zijn' denk ik. Daar lijkt het althans op. Ik kan me herinneren dat ik bij Miek Pot meemaakte dat dit vliesje tijdens het mediteren openscheurde, als een wolkenlucht die opentrekt, waarna alles glashelder werd.
Ik zou zo graag de dingen vanuit die helderheid kunnen doen. Het is mij een vermoeiende bezigheid, dat sluiten en openen de hele tijd. Daarvan ga ik willen dat ik niets zou hoeven, zodat de luiken open kunnen blijven. Maar alleen maar zijn, daar blijft een mens niet van in leven. Er zal toch echt af en toe iets gedaan moeten worden.
Zoals ik het nu zie zou ik die momenten dat er iets gedaan moet worden, tot het minimum willen beperken. Het lijkt zo zonde van de tijd om me bezig te moeten houden met een bezwaarschrift schrijven (de belastingdienst wil geld terug - natuurlijk, die hadden we nog niet gehad) en zoeken naar een baan die ik toch niet wil.
Daar kan ik heel treurig van worden af en toe. En ook van het gros van de mensen dat maar aan het 'doen' is. Allemaal opeenvolgende handelingen die allemaal moeten. Druk, druk, druk. Wil je een afspraak maken om komende maand een weekendje te gaan kamperen, dan zit alles al volgepland. Even ga ik twijfelen aan mezelf, aan ons, want wij hebben dat niet. Maar dat duurt maar even. Het is zo relatief allemaal.
Dat lijntje is heel belangrijk voor mij, dat voel ik wel. Dat lijntje tussen mijn bron, God, en mij in dit aardse leven.
Ik ben als een boom, met wortels in de eeuwigheid en een kruin in het nu.

linosnede gemaakt door Joyce (naar ooit gezien en onthouden plaatje in een Happinez)

maandag 15 augustus 2011

Tuingeluk

Na al dat gefilosofeer over het onstoffelijke had ik gisteren blijkbaar veel behoefte aan wat aardsere zaken.
Ik liep de tuin in. Het was droog, niet koud en er waaide een heel licht windje, als ik niet zo opmerkzaam was geweest, was het me zeker ontgaan.
De dauwdruppels op een soort vetplant vielen mij het eerste op. Ik pakte mijn telefoon en maakte er een paar foto's van. Daarna speurde ik verder in onze sterk verwaarloosde tuin en kwam een hele hoop moois tegen.




zondag 14 augustus 2011

Oervertrouwen

Als ik er van uit ga dat mijn ziel onsterfelijk is, dan bevat hij naast mijn verleden ook mijn eeuwige toekomst. Ik had dit nog niet gedacht of ik las dat de negentiende-eeuwse filosoof Dilthey ook al met die gedachte gekomen was.
Mooi dat mij dat meteen duidelijk gemaakt werd. Meestal is dat niet zo en heb ik er geen idee van of er niet ooit iemand is geweest die op dezelfde manier doorredeneerde als ik. Hoewel, DAT mijn conclusies ooit uiteen gezet zijn door een filosoof mag ik wel aannemen. Grappig, hoe op dit soort momenten dat enorme (kinderlijke) vertrouwen in mezelf zich naar voren dringt. Ik ben uniek. Dit is hoe ik het zie. Dit is mijn waarheid. Niemand heeft dit ooit zo gedacht.
Ik ben dankbaar voor alle kunst die mij aanzet tot nadenken en reflecteren. Over mijzelf, maar ook over mijzelf als mens in de wereld. Ik word daar heel blij van. Het lijkt wel alsof dat, net als mijn eigen creëren, mij in staat stelt te voelen dat ik blij ben dat ik leef. Het werkt bezielend.
Het lijkt wel of bepaalde kunst, maar ook de grootstheid van de natuur en intense ervaringen in het algemeen, mij in staat stellen de luiken te openen zodat bezielende energie door mij heen kan stromen. En die bezielende energie is vol van dat oervertrouwen dat jonge kinderen kenmerkt. Grenzen vervagen, ik ben één met mijn hele verleden en mijn hele toekomst en voel dat alles ten diepste goed is.

foto gemaakt door Joyce
Vegetatie op het vliegerveld voor onze tent op camping de Roos

zaterdag 13 augustus 2011

De ongrijpbare ziel

O, wat benijd ik Joke Hermsen om haar filosofische bagage! Joke J. Hermsen: filosofe, schrijfster. Kun je het mooier krijgen? Op het moment denk ik dat dit wel het summum is van heerlijkheid. Kunnen denken, kunnen interpreteren, kunnen construeren en dat alles op een creatieve manier. Bovendien kan ze het op een prachtige manier opschrijven zodat het mij weer inspireert.
Wat ik lees in haar boekje Windstilte van de ziel boeit me mateloos, maar al die verschillende zienswijzen verwarren ook. Hoe diep moet ik duiken tot ik bij mijn ziel uitkom? Hoe concreet kun je praten over je ziel? Ik schreef al dat mijn ziel voor mij gevoelsmatig te maken heeft met mijn allerindividueelste zijn, wat mij toch het gevoel geeft dat er op een concrete manier van alles over mijn persoonlijke ziel te zeggen zou zijn, waar ik geloof ik niet zo blij mee ben.
Als ik stel dat mijn ziel mij richting kan geven, want zo voel ik het, dan geeft dat aan dat er diep in mij een 'weten' huist. Iets wat mij kan 'bezielen' en waardoor ik enthousiast ergens mee aan de slag ga. Joke Hermsen noemt dit 'het dieper gelegen zelf' dat 'het bewuste ik' kan bezielen.
"Elke schrijver, kunstenaar of musicus weet dat hij vanuit het hoogst particuliere van zijn eigen ervaring en emoties de universele taal van zijn discipline moet openbreken om datgene uit te drukken waar het hem of haar om gaat. Alleen dan kan de kunstenaar tot iets als een eigen signatuur komen. Deze handtekening wordt niet vanuit zijn bewuste ik maar vanuit het dieper gelegen zelf geïnspireerd, omdat daar zijn meest bijzondere, zijn meest 'donkere' geschiedenis ligt verscholen."
Dat vind ik heel mooi gezegd. Toch vraag ik mij af of ik mijn ziel niet in een nog diepere laag moet zoeken. De ziel als nulpunt van onze individualiteit, zoals Meister Eckhart het beschrijft, wat me weer aan de Tao van de Oosterse wijsgeren doet denken. En als ik zo ver ga dat ik mijn ziel als onderdeel van de Tao ga zoeken, hoe kan het dan dat eigene bevatten wat mij nu precies mij maakt?
Mooi, mooi, ik kauw er nog lekker even op door. Het boekje is gelukkig nog lang niet uit.


vrijdag 12 augustus 2011

Bezieling

Vanochtend in bed lag ik het verschil tussen 'levende' en 'dode' materie te overdenken en kwam opeens uit bij wonder van de conceptie. Twee cellen smelten samen en er ontstaat een nieuw leven. Met een nieuwe ziel, dacht ik er achter aan. 
Maar wat is de ziel eigenlijk? Ik moet eerlijk zeggen dat ik het wel vreemd vind dat ik een weblog met de naam Zielekruid heb en me in deze hele blog nog nooit afgevraagd heb wat ik eigenlijk onder die ziel versta. Het leek me blijkbaar een begrip waar voldoende consensus over bestaat. Een begrip wat niet nader onderzocht zou hoeven te worden. Toch blijkt dat nu wat voorbarig want het roept allerlei vragen bij me op.
Mijn eigen beleving van het begrip ziel komt denk ik voort uit mijn Katholieke opvoeding. Ik denk dan aan het deel van mij dat onsterfelijk is. Aan dat deel wat mij ten diepste mij maakt, los van het ego. Maar als ik even verder nadenk, lig ik al gauw in de knoop met mij eigen gedachten hier over.
Afgelopen voorjaar kreeg ik van een vriendin het boekje Windstilte van de ziel van Joke Hermsen kado. Ik had het al wel ingekeken, maar het (om allerlei niet relevante redenen) nog niet gelezen. Dat ben ik vandaag gaan doen en ik werd meteen verrast door haar manier van schrijven (met veel gevoel voor detail). Ze schrijft in dagboekvorm en meteen op de tweede dag dat ze van zich laat horen, maak ik kennis met de vroegtwintigste-eeuwse Franse denker Henri Bergson
Bergson maakt onderscheid tussen mijn handelende ik dat in kloktijd opereert en mijn dieper gelegen zelf dat ingebed is in de tijd als duur. Met het laatste bedoelt hij dat de tijd niet geabstraheerd wordt in kleine stukjes, maar dat alle momenten onderling verbonden zijn. Deze innerlijke tijd rolt ononderbroken voort en neemt alles wat we meemaken met zich mee (het zgn. sneeuwbaleffect). Je bent dus op geen enkel moment dezelfde, want je blijft ervaringen verzamelen. 
Joke Hermsen merkt op dat zij in de dagen dat zij zich over kan geven aan dagdromen en mijmeren, haar dieper gelegen zelf (dat dus ingebed ligt in de tijd als duur) dichter nadert. Hoe meer ze van de kloktijd af raakt, hoe meer ze met dit zelf lijkt samen te vallen. "De grenzen tussen mij en de omringende wereld lijken minder scherp getrokken," schrijft ze. "Dat kan alleen omdat het zelf dat ik mijmerend nader, geen scherp afgebakende identiteit is - zoals mijn bewuste, handelende ik - maar grenzeloos en onbepaald." en "Alleen na zo'n duik in die onderaardse stroom van de tijd kan ik tot iets als een bezielde ervaring komen en lijk ik met mijn zelf én met de wereld om mij heen samen te vallen."
Ik vind dat prachtig gezegd. Het komt voor mij overeen met mijn meditatie-ervaringen. Dat zijn ook onderdompelingen in een diepere stroom van zijn. Inderdaad maak ik dan ook gemakkelijk contact met mijn diepere zelf, lijk ook één te worden met alles en kom ik tot de waardevolle inzichten die ik vaak 'mijn waarheid' noem. 
Wellicht is het dan mijn ziel die spreekt.

Onze fanatieke bewerking van de buitenwereld
zou veel bescheidener moeten zijn,
alsof wij gasten zijn in andermans huis.
Ons echte werkterrein is onze ziel.
Dat is ons huis en dat is onze tuin,
waarin we aan het werk moeten zijn.

- Dr. Hans Moolenburgh - 

woensdag 10 augustus 2011

Levensenergie

Vanmiddag bleek opeens dat moeder en dochter tot middernacht het rijk alleen zouden hebben. Dat is al lang niet meer voorgekomen en er leek onmiddellijk een andere energie vrij te komen.
M. had zin om samen boodschappen te gaan doen in een grote supermarkt in het winkelcentrum van een aangrenzende wijk. Daar zijn we nog een paar winkels ingelopen. Bij de Hema zag ik een leuke kartonnen hoedendoos (althans daar leek het op) met erin nóg twee dozen die er naast elkaar in pasten als twee halve manen. Ik twijfelde even, maar voor de 5 euro die ze ervoor wilden hebben kon ik me daar geen buil aan vallen, leek mij. M. dacht daar blijkbaar anders over en vroeg waar ik ze voor ging gebruiken. Pfff... geen idee, weet ik nog niet, zei ik. Dan kun je het beter niet doen, anders staat het maar ergens, zei mijn dochter heel gedecideerd. Ze nam het ding van me over en zei dat ze het wel even terug zou zetten. Mijn alter ego in miniformaat!
Het werd een gezellig uitje. Thuis de door dochterlief uitgekozen zoutjes in een schaaltje gedaan, iets te drinken erbij, M. pakte een spannend boek en ik ging de boodschappen wegzetten.
Toen ik klaar was stond ik even stil. Midden in de keuken. Even voelen. Wat mij het meest opviel waren mijn stevige benen en mijn voeten op de vloer. Daarna de energie, duidelijk voelbaar, in mijn romp. En mijn hoofd, dat voelde merkwaardig leeg en rustig.
Mijn eerste reactie op het voelen van een overdaad aan energie is denken dat ik als het ware onder stroom sta en dat het dus wel met stress te maken zal hebben. Blijkbaar denk ik dat ik eigenlijk niets zou moeten voelen. Bijzonder vreemd is dat, als ik er goed over nadenk. Dat ik denk dat ik pas rustig ben als ik mijn lichaam bij wijze van spreken niet ervaar.
Ook nu dacht ik stressvol te zijn omdat ik zoveel energie voelde. Maar was dat wel terecht? Ik ben er eens even goed voor gaan staan om de energie in mijn romp goed te ervaren. Het bleek doodgewoon energie te zijn. Ik was blij, gelukkig, en dat veroorzaakte een soort van hyper aan energie. Niets mis mee. Mijn hoofd was leeg, mijn benen stonden stevig op de grond.
Er is mij wéér een keer duidelijk geworden dat ik mijzelf geen eer bewijs met al die ideeën die ik er op na hou over mijn doen en laten, mijn lijf, mijn uiterlijk, mijn kunnen, etc. etc.
Ook dit idee gaat in mijn persoonlijke "Doos van Pandora". Ik ben bang dat ik lang niet alle pre-occupaties opgespoord krijg voordat ik de doos ga vernietigen. Niet erg, dan maak ik er gewoon een maandelijks terugkerend ritueel van, dat kan ook.
's Avonds schrijven is trouwens ook iets waarvan ik dacht dat me dat niet lag.


dinsdag 9 augustus 2011

Zo ben ik nu eenmaal

Het lied van Brigitte heeft me wel aan het denken gezet. Dat nadenken, dat observeren, het lijkt soms vooral vooroordelen ten opzichte van mezelf op te leveren.
Ik raak snel overprikkeld. Ik heb voldoende rust nodig. Ik moet me af en toe terug kunnen trekken. Kermissen, pretparken en binnenspeeltuinen veroorzaken stress bij mij.
Deze uitspraken gaan over mij en dat is niet voor niets zo, want ik ben door schade en schande wijs geworden. Heel legitiem en goed dat ik mezelf zo goed ken ondertussen, want dan kan ik rekening met mijzelf houden, goed voor mezelf zorgen. 
En toch voel ik ook dat het best eens zo zou kunnen zijn dat dit helemaal niet de manier is waarop ik met mezelf om zou moeten gaan. Dat al dat etiketjes plakken best wel eens een averechts effect zou kunnen hebben.
"Live your day as if it's your first," zei Coelho. Bekijk de wereld door de ogen van een nieuweling. Nieuwsgierig, vol verwondering. Deze uitspraak had ook van Tolle kunnen zijn. Ook de boeddhisten houden niet van dat oordelen. Neem het hoe het komt, ga niet van tevoren al verwoorden hoe moeilijk het vast allemaal voor je gaat worden. Open blik, voeten stevig op de grond en gaan met de geit.
Ja, ik geloof dat ik graag af wil van die doos met ideeën die ik de afgelopen jaren over mezelf heb verzameld. Ik wil hem ritueel verbranden en een frisse start maken. Vanaf nu stap ik met nieuwsgierigheid, verwondering en zelfvertrouwen op de dingen af. Alles gaat zoals het gaat en ik deal er ter plekke wel mee.
Ook zo'n doos met ideeën waar je van af wil? Iedereen mag met me meedoen!

(En dan te bedenken dat ik niet eens een verzamelaar ben. Hoort niet eens bij mij, altijd al een hekel aan gehad!)

maandag 8 augustus 2011

De zorg voor mezelf

Ik vind dat lastig: goed voor mezelf zorgen. Het lijkt ook wel of alles daar om draait. En dan blijkt keer op keer óók nog dat die intentie goed voor mezelf te zorgen niet genoeg is om dat proces ook goed te laten verlopen.
Waar ik ook zo moe van word, zijn mijn oordelen over een dag (of week) nog voordat die begonnen is. Deze week bijvoorbeeld, is de laatste week dat de kinderen vrij zijn. Ik weet dus nog niet wanneer en hoe lang ik ongestoord alleen kan zijn op een dag. Dat is meer dan genoeg om te wensen dat deze week maar alvast voorbij was. Ik weet het, ik verzet me tegen wat is en ik denk bij voorbaat te weten wat mij wel en niet goed af gaat. Niet bepaald een open opstelling. "Don't live as if it is your last day, but as if it is your first," zegt Paulo Coelho heel treffend.
Vanochtend vroeg M. of we konden gaan zwemmen. Na wat afwegingen leek mij dat nog niet zo'n slecht plan. Ze mocht een vriendinnetje meenemen en ik zou niet mee gaan zwemmen, maar in de restauratie gaan zitten met een paar boeken. Ik vond dat ik prima voor mezelf aan het zorgen was. Toch merkte ik later op de dag in de supermarkt opeens hoe ontzettend 'op' ik was. Wat ik wilde kopen was er niet en ik had een totale black out toen ik een alternatief wilde bedenken. Liep maar wat rond en kwam tot geen enkele keuze. (Op dit moment neem ik me voor om op een dergelijk moment vanaf nu ALTIJD voor een paar pizza's te kiezen.)
Weer thuis wilde ik nog even een stukje lezen voordat ik zou gaan koken. De meisjes waren enthousiast een computerspelletje aan het spelen. Ze waren echt niet te druk, maar hun stemmen kwamen zo hard en schel bij mij binnen dat ik met mijn handen voor mijn oren heb zitten lezen. Toen het vriendinnetje naar huis was, M. zat te lezen en ik aan het koken was keerde de rust weer terug. 
Achteraf snap ik dat vooral de radio die aanstond in de restauratie me ongemerkt gesloopt heeft. Ik kan niet goed lezen bij achtergrondgeluid en een radio is wel het ergste van het ergste. Het gevolg was dat ik twee uur lang heel hapsnap zowel in een paar tijdschriften als in mijn meegebrachte boeken heb zitten lezen. 
Waar ik mezelf vandaag ook weer eens op betrapte is het voeren van gezellige gesprekjes met vriendjes en vriendinnetjes van de kinderen, terwijl ik normaal gesproken veel vaker stil ben. Ik ben dan bezig de aardige, grappige, geïnteresseerde moeder uit te hangen. Waarom doe ik mezelf dat aan? Ik vind het überhaupt een pijnlijke constatering. Ook wat dit betreft neem ik me voor om me niet anders te gaan gedragen als er iemand bij is. 
DUS:
  • Ik ga kwalitatief goede oordoppen kopen (snap niet hoe het kan dat ik die nog niet heb. Ze zijn onmisbaar, net als een fijne zonnebril)
  • Ik koop in noodgevallen ALTIJD een paar pizza's
  • Ik ga me niet anders meer voordoen dan ik ben of me voel ("If everybody loves you, there is something wrong." (alweer van Coelho) Lijkt me ook een hele bruikbare om in gedachten te houden.)
  • Voor de broodnodige reflectie en relativering luister ik zo nu en dan naar dit nummer van Brigitte Kaandorp:

zondag 7 augustus 2011

Die andere mensen

Het is zondagochtend en ik ben naar boven gegaan om te schrijven. Nu zit ik hier alweer zo'n drie kwartier heb van alles gedaan, maar nu pas met een nieuwe blog begonnen.
Het is duidelijk niet hetzelfde. Thuis zijn en in mijn atelier zitten met nog een gezin beneden waarvan ik niet weet of zich af vragen wanneer ma klaar is, of thuis zitten en aan een blog schrijven terwijl ik weet dat manlief op zijn werk en de kinderen op school zijn. Het is voor mij lastig om me los te maken van anderen. Dat is niet nieuw, maar ik merk het weer eens op.

"What other people think of you is none of your business," zegt Paulo Coelho op zijn Facebookpagina.

Die onthou ik. Lijkt me een hele bruikbare om mezelf in m'n centrum te houden.

foto gemaakt door Joyce

donderdag 4 augustus 2011

Statusangst - slot

En toen kwamen de kinderen ik vandaag thuis van een paar dagen logeren bij opa en oma en vond ik een paar fijne berichten in mijn mailbox. Dat het goed was dat ik er weer was om mijn blog te schrijven en dat ik prettige stukken geschreven had. Dat was mooi, want ik was meteen naar boven gerend om te gaan schrijven.
Sowieso had ik al gemerkt dat ik het rottig vond dat ik na één keer schrijven meteen alweer een paar dagen verstek moest laten gaan. Ik heb dus enorm veel zin om weer op te schrijven wat ik lees of meemaak en wat dat weer met me doet.
Zo heb ik dus op de camping Statusangst van Alain de Botton uitgelezen. Er is mij duidelijk geworden dat rijk worden (wat status heeft in onze moderne tijd) niet voorbehouden is aan de mensen met nobele karaktertrekken, maar ook voorkomt bij bijvoorbeeld de inhaligen, de ongevoeligen en onontwikkelden. Ook is helder geworden dat wat status geeft, bepaald wordt door de groep mensen die het op dat moment voor het zeggen heeft.
Een beetje afstand nemen tot het fenomeen relativeert enorm. Net als de dood (Tolstojs novelle De dood van Iwan Iljitsj is daar een mooi voorbeeld van) of bijvoorbeeld onmetelijke landschappen (eindeloze ruimte) en ruïnes (onmetelijke tijd) waardoor "we even een geruststellende glimp opvangen van onze eigen onbeduidendheid." Het roept een ontzag op voor dingen die veel groter zijn dan wij. Voor een kracht "die we geroepen zouden kunnen zijn oneindigheid of eeuwigheid te noemen of - wat eenvoudiger en misschien zinniger is - God."
De Botton eindigt met te zeggen dat statusangst de prijs is die we betalen voor onze instemming met een algemeen aanvaard verschil tussen een succesvol en mislukt leven. En dan ben ik weer terug bij de boeddhisten die mij leren dat oordelen pijn oplevert.
Vandaag vond ik, naast de bovengenoemde stimulerende berichtjes, ook een mooie Mindfulness Reminder in de mailbox die ik mooi vind passen in het geheel. Het is een citaat van Tom O'Connor:

Your distress about life might mean you have been living for the wrong reason,
not that you have no reason for living.

Het grappige is dat deze quote me net zo aan het denken zet over statusangst als dat hele boek van De Botton. Het komt er toch op neer dat ik zelf ontdek wat voor mij waarde heeft. Mooi is dat toch weer.

(En trouwens: ik zie net dat dit mijn 100e blogtekst is. There you go, girly! )

maandag 1 augustus 2011

Aandachtig zijn

Zo, daar ben ik weer. Een nieuwe start na twee weken vakantie. Even voelen hoe het voelt. Merk dat ik me wat onwennig en onzeker voel na zo'n onderbreking.
Ach ja, laat ik maar gewoon met de deur in huis vallen: ik heb een mooi boekje van de bieb geleend. Aandachtig leven met hooggevoeligheid heet het en het is geschreven door Susan Marletta-Hart.
"Ik zou zo graag in mijn authentieke kracht willen komen, in plaats van elke dag uit mijn centrum gegooid te worden." En "Alleen zijn is een obsessie voor me geworden. Ik denk altijd: wanneer heb ik tijd alleen?" En "Als er mensen bij me zijn, kan ik me niet losmaken van wat ze doen en uitstralen. Het gaat niet alleen om de geluiden, maar ook om wat er onzichtbaar van hen uitgaat. Op een gegeven moment voel ik me altijd uitgeput."
Op de camping had ik me ook al gerealiseerd dat ik me zo moeilijk los kan maken van andere mensen om me heen. Hoe zij het doen, dat kamperen, of ze veel lawaai maken, maar ook wat voor energie ze uitstralen.
Eén gezin dat naast ons stond, riep veel weerzin bij me op. Objectief gezien was daar niet zo duidelijk een aanleiding voor. Al met al werd mij weer eens duidelijk dat ik pas echt tot rust kom als ik alleen ben. Dan ben ik los van die anderen waar ik me aan spiegel, waar ik van alles van vind, waar ik van alles van oppik.
Mijn zwemsessies in de ochtenden deden me heel veel goed. Dat was mijn ding. Me vanuit het trappetje aan de steiger het koude Vechtwater in laten zakken en even een rondje zwemmen. Ik voelde me stoer en fris als ik naar de douches liep in mijn zwempak terwijl de hele camping nog wakker aan het worden was. Ik voelde dat dit was waar IK blij van werd, dat het bij MIJ paste. Het lijkt wel alsof ik dat soort ervaringen vooral heb als ik alleen ben omdat het me alleen dan lukt op mezelf af te stemmen.
Even terug naar het mooie boekje van Susan Marletta-Hart. Op de laatste bladzijden vertelt ze wat voor haar 'aandachtig zijn' inhoudt. Ik typ ze gewoon even allemaal over, want ik vind ze stuk voor stuk heel waardevol.

Aandachtig zijn betekent voor mij...

  •  Verzachten wanneer ik voel dat ik verhard.
  •  Met open aandacht geduldig afwachten wanneer ik merk dat ik op mijn strepen ga staan of streberig mijn doel najaag.
  • Afstemmen op mijn hogere zelf, mijn begeleiders of een liefdevolle macht die mij ondersteunt, wanneer ik voel dat ik verdwaal.
  • Zorgvuldig te worden wanneer ik voel dat ik onzorgvuldig ben.
  • Aandachtig luisteren wanneer ik merk dat ik alleen nog maar praat.
  • Langzaam worden wanneer ik merk dat ik gejaagd en snel ben.
  • Tevoorschijn komen wanneer ik merk dat ik me verstop.
  • Verschillen honoreren wanneer ik merk dat ik niet meer ruimdenkend ben.
  • In overvloed denken wanneer ik om mij heen alleen nog maar beperkingen en tekorten zie.
  • Voor het hoogst haalbare niveau gaan en anderen daartoe aanmoedigen wanneer ik merk dat we onder ons vermogen denken en handelen.
  • Bewust aanwezig zijn wanneer ik merk dat ik met mijn aandacht ergens anders ben.
  • Oordeelloos zijn wanneer ik merk dat ik vol verwijten en oordelen zit.
  • Mijn waarheid vertellen wanneer ik merk dat ik mijzelf aanpas of ondermijn.
  • Misverstanden oplossen wanneer ik merk dat ik niet goed begrepen word of vermoed dat ik de ander niet meer begrijp.
  • Steeds opnieuw keuzes tot samenwerking of commitment maken wanneer ik merk dat de dingen me niet meer raken, een sleur zijn of tegenstaan.
  • Mijzelf erkennen wanneer ik merk dat ik mijzelf ondermijn, geringschat of niet waardig acht.
  • Loslaten wanneer ik krampachtig aan iets vasthoud.
  • En ten slotte: uitrusten wanneer ik merk dat ik moe ben.