In mijn favoriete koffietentje las ik gisteren een interview met Gerrit Komrij in een Hollands Diep van eerder dit jaar. Het was een mooi interview; Komrij was heel duidelijk:
"Schrijven blijft toch altijd een kwestie van wat afstand nemen tot jezelf, huiverend in de spiegel kijken, jezelf moed inspreken en tegelijkertijd de ander niet vervelen. Maar ik zou niets liever willen dan terugkeren naar de staat van pure lyriek. Ik heb een onzichtbaar legertje van mensen voor ogen als ik schrijf. Op hen wil ik een nette, vrolijke indruk maken."... "Ik zou niet willen dat ze denken: Wie is die vervelende figuur die daar voorbijstrompelt en mij niets te zeggen heeft."
Ik had een foto gemaakt van dit stukje tekst, want ik wist dat ik er nog een keer op terug zou komen. En vandaag moest ik er meteen weer aan denken toen ik mijn blogtekst van gisteren nog eens las. Aan deze tekst heb ik denk ik wel tien keer iets veranderd. Het komt blijkbaar heel nauw als ik mijn route door de dalen probeer te beschrijven. Het is dan extra belangrijk om de juiste afstand te vinden tot de pijn.
Hier op deze blog wil ik contact maken met wat er leeft in mij en dat zo eerlijk mogelijk beschrijven, maar in de dagelijkse omgang ben ik geneigd om vóór alles die nette, vrolijke indruk te maken.
Ik zou niet willen dat ze mij een negatief, tobberig mens zouden vinden. Dat ben ik soms wel, maar vaak niet. Ik zou willen dat ze denken dat ik een heel positief, grappig, leuk, enthousiast en energiek mens ben. Dat ben ik soms ook, maar vaak niet.
Ze, wat denken ze wel niet... Erg he die buitenwereld op je schouder, misschien is die staat van pure lyriek zo gek nog niet, goed om over na te denken.
BeantwoordenVerwijderenHeel treurig word ik er van. Dat ik er zo gevoelig voor blijf, bedoel ik. Daarom erger ik me ook altijd zo aan mensen die er gevoelloos voor zijn. O, wat vind ik die a-sociaal en egocentrisch!
BeantwoordenVerwijderen